TEMPERAMENTVOLLE ORANJEBLOESEM
Jaar van lancering: 2010
Laatst aangepast: 05/08/14
Neus: Andy Tauer (foto onder)
Dit voorjaar was Andy Tauer by http://www.parfuma.com op bezoek. Jippie! Door allerlei pech onderweg van Brussel naar Antwerpen lukte hij mij niet om een van de meest interessante neuzen van dit moment te ontmoeten. Depri! Ik had over verschillende geuren, verschillende vragen. Dus ook over Orange Star.
Want wat mij zo aan de geur opvalt en fascineert is de opening. Dat mogen dan wel mandarijn en clementine (zoeter en zachter dan mandarijn) zijn, maar wel gehuld in een stevige aldehydenwolk die merkwaardigerwijze niet wordt vermeld bij de gebruikte ingrediënten. Het hield me bezig omdat deze citrusopening me deed denken aan 2 (1999) van Comme des Garçons die ook bijna hetzelfde effect heeft.
Tenminste zo herinner ik mij deze geur in mijn gedachten waarvan ik inmiddels een flacon leeg gespoten heb. En ook de tweede die Marc Buxton me ooit gaf tijdens een interview in Parijs naar aanleiding van deze geur.
Hij liet me het geheim in al zijn glorie ruiken: een enorme, krachtige pure sinaasappelaldehyde die ook in Orange Star in overdosis wordt gebruikt volgens mij om de ster van de geur – oranjebloesem – anders te laten ruiken. Maar goed ook. Want veel ‘pure’ oranjebloesem ruikt, wat de makers ook mogen pretenderen, naar ‘pure’ oranjebloesem en zijn onderling inwisselbaar. Kleine details maken het verschil, maar om daarover te discussiëren is verloren tijd.
Leuker als het verschil duidelijker is: Orange Star dus. Deze geur maakt het verschil omdat naast de cologne-achtige frisheid ook de warmte en zwoelheid van dit kleine bloemetje, die zoveel olfactorische kracht bezit, te benadrukken. En neem daarbij het feit dat Andy Tauer een ander klein bloemeke heeft geplukt die de geur ‘als extra’ een frivole zachte zoetheid geeft.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Het mooie (en steeds) verrassende aan een aldehydenparfum: je weet in het begin niet wat je ruikt. Je wordt eerst ondergedompeld in een abstracte, diffuse sfeer waar langzaam maar zekere herkenbare geuren uit opstijgen. Het is een soort zweven in het oneindige in het begin. Maar langzaam ruik je vertrouwde noten.
In dit geval de clementine- en mandarijncombinatie die schitteren en twinkelen als oranje sterren zonder, ook in dit geval, vettig en vol te worden – eigen aan klassieke aldehyde. Denk N° 5 (1921) van Chanel. Deze citruswolk gaat vervolgens in het hart zweven over een prachtige volle oranjebloesem die – en dat is heel mooi – zacht, lieflijk en zoetig wordt door het (bos)viooltje (foto) zonder dat ze haar vrolijke impertinentie verliest.
Met dank aan citroengras (sereh). Het geeft de oranjebloesem een chic randje. In de basis vindt de transformatie plaats: de oranjebloesem wordt warmer, minder etherisch, vindt als het ware vaste grond. Opgeroepen door patchoeli en een sierlijke ambernoot die een zekere stoerheid krijgt door ambergris en tegelijkertijd verzacht wordt door een lichte vanille-en tonkabooninjectie. Gewoonweg prachtig.
RUIK&VERGELIJK
Nog meer ‘oranjebloesem anders’:
L’Occitane Feu d’Orange (2008)
Lush – Gorilla Perfume – Orange Flower (2010)
Parfum d’Empire Azemour les Orangers (2011)