ALS JE VAN DE GEUR VAN KAMPERFOELIE HOUDT…
Jaar van lancering: 1976
Laatst aangepast: 08/07/13
Neus: onbekend
Concept & realisatie: Yves Rocher
Ik trakteerde me onlangs op een lokaal toeristisch uitje. Op weg (vanuit Brussel) naar Charleroi. Reisadvies van Geurengoeroe: gewoon niet doen, of je moet zin hebben in slecht onderhouden vergane glorie.
De druiligheid van het weer – de stad is gelegen in een dal, was dus verpakt in een wolk van mist – was perfect in harmonie met de sfeer: wat een desolaatheid, wat een lelijkheid. Hoe verblijven we hier in hemelsnaam drie uur? Had nu al diepe spijt van mijn gulle donatie in de parkeermeter.
Op zoek naar een ouderwetse brasserie of moderne horecagelegenheid in het centrum? Keuze te over wat eerste wens betreft, alleen allemaal zo aftands en vies – wil je nog niet dood gevonden worden.
Na heel lang zoeken, slenterend door de winkelhoofdstraat die, dat dan weer wel, als een sierlijk kronkelend lint de ‘ville haute’ met de ‘ville basse’ verbindt, vonden we uiteindelijk een chique restaurant op Place Léopold I.
En terwijl we genoten van het verwarmde terras en de ongekende goede service, bleef ik me verbazen over mijn net gedane bezoek aan de lokale Yves Rocher-vestiging. Totaal depri van de achterstallig onderhoud-sfeer en het slechte weer, had ik besloten om me olfactorisch op te monteren en dus ‘eindelijk’ maar eens Chèvrefeuille te kopen. Vaak geroken, nooit gekocht. De verbazing: de enorme drukte (het was pas tien uur), de enorme klantvriendelijkheid en het enorme prijsvriendelijke beleid. Dat laatste wist ik wel, maar er mee ‘geconfronteerd’ was ik nog nooit: ik kocht dus veel meer (waarover binnenkort meer).
Chèvrefeuille kun je eigenlijk als een klassieker bestempelen. Want gelanceerd in 1976 en volgens de database van Osmoz al in 1972. Past perfect in het tijdsbeeld: natuurlijke geuren bepaalden eind jaren zestig, begin jaren zeventig de toon in parfumerie. Dat wil zeggen: bijna elk cosmetica- en couturehuis ging mee in deze groene golf. To name a few: Ô van Lancôme (1969), N°19 van Chanel (1970), Estée Lauders Alliage (1972), Diorella van Dior (idem).
Het verschil: in vergelijk met deze in lagen opgebouwde composities, valt Chèvrefeuille op door zijn ‘ongecomponeerde’ en daardoor ongecompliceerde karakter. En verfrissen dat doet deze nu als fraîcheur végétale gepresenteerde eau de cologne (die sinds een aantal jaren in een nieuwe flacon zit) zeker, zonder dat…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
… het warm-honingachtige accent eigen aan kamperfoelie verloren gaat. De geur hiervan kan – helaas – niet aan de bloemen zelf onttrokken worden. Wat doet de neus in dit geval: hij combineert diverse geurmoleculen die zweven tussen jasmijn en lelietje-van-dalen. Samen levert dat dus ‘kamperfoelie’ op ondersteund door een waterige, regenachtige noot (als het heeft geregend verspreidt de kamperfoelie zijn aroma op zijn allermooist).
Laatste wordt in de opening versterkt door citroen en sinaasappel. En wordt in de basis vastgehouden door zonnig cederhout (goed waarneembaar) en ‘melkachtig’ mirre (minder).
Dit zegt Yves Rocher trouwens zelf over Chèvrefeuille: ‘Sprankelend en optimistisch met een ondeugend zweempje voorjaarszonnetje dat de geuren van een bloementuin ‘s ochtends tot leven wekt. Krachtig en harmonieus, met een vleugje van stralende, opgewekte geurnoten… Om onbezorgd en met een opgeruimd humeur de dag tegemoet te stralen!’
En dat klopt: humeurig is wel het laatste dat je van deze geur wordt, nu helemaal: Yves Rocher geeft vijftig procent zomerkorting. Je betaalt € 6,45 voor 125 ml. Terwijl de ‘volle mep’ eigenlijk al voor de geef is.
RUIK & VERGELIJK
Weinig huizen die het aandurven om een kamperfoelie als solifleur te lanceren. Ik ken slechts:
Demeter Fragrance Library Honeysuckle (1998)
Estée Lauder Honeysuckle Splash (2000)
Annick Goutal Le Chèvrefeuille (2002)