SOEVEREINE SCHOONHEID
Jaar van lancering: 1980
Laatst aangepast: 07/10/12
Neus: Michel Hy
Model: onbekend
Flaconontwerp: Pierre Dinand
Bijna alle klassieke Parijse parfumhuizen (inclusief couturiers) hebben een ‘overgangsgeur’ in de collectie. Wil zeggen: een geur waarin voor de laatste keer inspiratie en niet marketing het uitgangspunt vormt, en je als koper het idee geeft dat er niet alleen maar aan geld verdienen wordt gedacht. Bij – Pierre – Balmain is dat Ivoire dat aan het einde van het leven van de oprichter (1914-1982) van het huis verscheen. De geuren die volgden (waarvan velen snel verdwenen) werden gedicteerd door marketing. Beste bewijs: La Môme. Gelanceerd in 2007 ter gelegenheid van de gelijknamige biopic én een hommage aan Edith Piaf – die klant schijnt te zijn geweest van de couturier toen hij net zijn deuren had geopend. Ivoire: elegant uitgangspunt voor een geur. Want chic, exclusief, de kleur – warmer en ‘sensueler’ dan beige – en natuurlijk de exotische wereld die het woord oproept.
Ver weg, ‘iets’ in Afrika, die ‘goede, oude koloniale tijd’, oerwoud. Door de dichte, altijd ‘benevelde’ vegetatie – de opening van de geur – heen, ruik je exotische bloemen – het hart – die vertrappeld worden door de dieren die je hoort in de rimboe en, als je niet oppast, op je afstormen – de sensuele, lichte animale afronding voor de geur.
Volgens Pierre Balmain himself, was Ivoire de naam die hij ‘aan een droom gaf, een vrouw gezegend met een soevereine schoonheid gehuld in ultra-lichte zijde. We passeerden elkaar op de trap van de Opéra voor ze in de nacht verdween…’ Hij vervolgt: ‘Ivoire is de schaduw van een vervliegende illusie. Ivoor is omringd door legenden, door een aura van een onbekend gebied, van gevoelens niet eigen aan onze cultuur. Zo werd Ivoire geboren; een hommage aan schoonheid en vrouwelijkheid, heilig, ontembaar zoals het puurste ivoor’.
Leuk is ook dat het huis drie jaar later een mannelijke tegenhanger presenteerde even verbeeldingsvol van naam, Ebène. En het huis neemt de geur in 2012 weer serieus. Tenminste, het is verpakt in een nieuwe flacon. Wel een heel povere flacon. Het nadeel van dit al: het originele parfumextract is niet meer verkrijgbaar. En het nieuwe model mag van mij trouwens een keer gratis naar een restaurant. Of is al haar ‘overtollige’ vet subtiel weggesneden, geretoucheerd door de vakkundige fotograaf? De geur is trouwens ook – weer – ‘geretoucheerd’. Gaan we binnenkort eens ruiken.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Is Ivoire nu wel of geen chypre? Het heeft alles in huis het te zijn, toch maakt de ‘zepige’ introductie en dito nasleep van Ivoire eerder een groene, volzachte bloemengeur. Dit zijn de ‘officiële’ ingrediënten volgens de Balmain-site.
En dan valt op dat de oorspronkelijke samenstelling is veranderd – geen geranium, hyacint, narcis, cederhout en kaneel – wat resulteert in een minder krachtig, minder kruidig effect. Heel vreemd dat ook geen aldehyden worden vermeld, want die geven de geur iets crèmerigs, romerigs en zeperigs – iets wat je je bij de naam kunt voorstellen. Clean, maar met diepte – zoals licht vergeelde pianotoetsen gemaakt van ivoor. Deze aldehyden gaan prachtig samen met het groen-sensuele galbanum (tekening) die fris worden ondersteund door mandarijn en bergamot.
Aan deze groen-frisse wolk kleven zich de bloemen in het ivoren hart: donker-kruidig anjer en koppig ylang-ylang harmoniëren met roos, jasmijn, lelietje-van-dalen en iris. Voor de pittigheid zorgt peper en nootmuskaat. De vermelde framboos ruik in geen velden of wegen. Dan de basis: ‘best wel’ chypre: eikenmos extra donker en groen gemaakt door vetiver en patchoeli. Vergeet niet de sensuele toets van sandelhout, cistus labdanum en tonkaboon. Samen creëert het een hout-wierokerig aura. En toch dat zeperige gevoel, en toch die aanhoudende frisheid. Ivoire is een perfecte tegenhanger van de talloze frisgewassen muskgeuren die je de laatste jaren zoveel ruikt. Het heeft sillage, verfijning en is eigenlijk – als je goed doorruikt – ‘best wel’ modern.
RUIK & VERGELIJK
Heel raar, maar ik moet toch heel erg denken aan:
Halston Halston (1975)
En wil je galbanum – een ‘herontdekt ingrediënt’ op dit moment; denk ‘untitled’ van Martin Margiela (2010) – op zijn allergroenst ervaren ‘chez Balmain’, ruik dan:
Balmain Vent Vert (1945)
En de neus van deze geur heeft, voor zover bekend, alleen maar klassiekers op zijn naam staan:
Robert Piguet Cravache (1963) ism Jacques Bercia
Yves Saint Laurent Y (1964) ism Jacques Bercia
Nina Ricci Fille d’Eve (1952) ism Jacques Bercia
Paco Rabanne Calandre (1969)
Yves Saint Laurent Rive Gauche (1970) ism Jacques Polge
Nina Ricci Farouche (1974)
Nina Ricci Signoricci (1975)


Maar waar is de herengeur van Balmain: “Ebene” dan nu wel te koop? In Nederland wel te verstaan?
Groetjes, Edward den Hartog