HET DAK OP VAN (EN MET) HERMES
Jaar van lancering: 2011
Laatst aangepast: 23/01/11
Neus: Jean-Claude Ellena
Illustratie: Philippe Dumas
Het leuke aan Hermès: de manier waarop het alternatieve ideeën salonfähig voor de luxe-consument weet te maken. Is het al een paar jaar hip in Parijs bij ‘alternatievelingen’, ook wel bekend als bobo’s – samentrekking van bourgeois en bohemien – om via het dak de natuur in de stad terug te halen door het plaatsen van bijenkorven en het aanleggen van groentetuintjes op daken, Hermès heeft sinds kort zijn eigen (moes)tuin op het dak.
En wel boven de flagshipstore (24 faubourg St Honoré) in Parijs gevat in een geur: Un Jardin sur le Toit. Tenminste… niet duidelijk wordt of deze eco-tuin ook in het echt bestaat? Afgaand op het persbericht, zou je het bijna denken. Wel duidelijk: met Un Jardin sur le Toit wordt een persoon gehuldigd die bijna uit zicht is verdwenen, maar door Hermès vanaf de oprichting in 1837 serieus wordt genomen en waarmee het als luxemerk wordt geassocieerd: ‘de ambachtsman van oudsher’. In dit geval: Yasmina, de tuinier die dagelijks deze ‘hangende tuin’ snoeit, besproeit, verzorgt en perfectioneert. Jean-Claude Ellena vertoeft er ook graag en, gezien zijn contemplatieve inborst, zag hij meer dan een tuin: ‘Een filosofieve handeling in drie dimensies’. Voor hem is deze tuin levend, onwaarschijnlijk, ongelooflijk met zijn grote metamorfoses en verrassingen tijdens de seizoenen.
Un Jardin sur le Toit sluit – voorlopig – de tuinenserie van Hermès af. Na regenwater (Un Jardin après Le Mousson), rivierwater (Un Jardin sur le Nil) en zeewater (Un Jardin en Mediteranée) keert Jean-Claude Ellena terug naar de bron – gelijk een gelukkige Ulysses naar zijn geboorteland. Op het dak, heel dichtbij, heel klein en op menselijke schaal: tussen de sprietjes door zien we heel Parijs en stijgt een geur op gemaakt door de ‘groene hand’ van een ambachtsman.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Wat groeit daar op het dak – in het echt of denkbeeldig? Wat ik ruik is een melange van zachte zomerse noten. Heel duidelijk definieerbaar: een pure rozennoot. Niet vol en sensueel, maar zacht, zoet en bescheiden. Ze wordt omringd door ondefinieerbare bloemennoten – alsof je ligt te rusten in een ouderwetse boomgaard met een ‘verdwaalde’ magnoliaboom, heel zacht dus. Jean-Claude roept het op met appel- en perenbloesems. Krijg een beetje een ‘aquarelgevoel’.
En dan de groene noot – zo eigen aan alle tuingeuren van Hermès. Ook weer zo ‘abstract’ kruidig. Pittig rozemarijn, pittig basilicum, maar heel bescheiden gedoseerd.
De ‘verwerkte’ compostnoot – hoe ecologisch can you get – ervaar ik niet als zodanig. Ik vind de gedachte eigenlijk niet prettig. Er zal wel rokerige vocht mee bedoeld worden die je ziet (en ruikt) als je hooi en gras laat composteren. Wel een ‘overall’ waterige noot die het geheel van Un Jardin sur le Toit een ‘vochtige’ toets geven.
RUIK & VERGELIJK
Facebook kan revoluties ontketenen. Zullen we een facebook-actie starten om Hermès ervan te weerhouden te stoppen met de aanleg van nieuwe tuinen?
Hermès Un Jardin en Mediteranée (2003)
Hermès Un Jardin sur le Nil (2006)
Hermès Un Jardin après le Mousson (2008)