DE SENSATIE VAN EEN GROENE, VERFRISSENDE EAU
Jaar van lancering: 2001
Laatst bijgewerkt: 18/06/08
Neus: Christine Nagel
Modellen: Matthew Brookes, Shannan (zonder achternaam)
Zo omschrijft de juwelier zijn eerste androgyne water: ‘Als in een stroom koel water omhult Eau de Cartier haar ingrediënten. Welkom en verfrissend als de simpelste uitingsvorm. Een vertrouwd element tijdens heldere ochtenden, en in haar geurige spoor is het leven puur plezier. Een onzichtbare, tastbare reflectie van de hervonden vrijheid om jezelf te zijn. Omhul jezelf met Eau de Cartier zo vertrouwd als een tweede huid. Niemand zal vermoeden dat deze simpele oplichtende nevel zo’n pure opbouw heeft; alle ingrediënten komen er samen in tot uiting’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
In de voor een Cartier wel erg eenvoudige flacon zit een watertje dat opvalt door zijn intens groene karakter, bittergroen eigenlijk. De eerste indruk is fruitig door yuzu – Japanse limoen – die in het hart gezelschap krijgt van zoete lavendel, nog zoeter viooltje en ‘muskbladeren’ (de boom waaraan die groeien, leeft alleen in het parfumlaboratorium) om vervolgens te worden doortrokken met groen ‘amberhout’ (idem), patchoeli en blauw cederhout. That’s it. Less is in dit geval more. Let op: Cartier heeft ook Eau de Cartier Concentrée gelanceerd (2002). Het is niet een geconcentreerde versie, maar een nieuwe interpretatie.
Zo is de yuzu vervangen door koriander (de korrel, niet het blad) en werden daarnaast de groene noten, patchoeli en blauwe ceder versterkt. En dat ruik je dus. En sinds 2005 is er ook een zomerversie: Cartier d’Été, waarvan de samenstelling me nog niet heeft bereikt. Ik gok op een meer citrusachtige, meer verkwikkende interpretatie.
RUIK & VERGELIJK
Nichemerken als L’Artisan Parfumeur, Serge Lutens en bijvoorbeeld Frederic Malle maken eigenlijk geen onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke geuren. Gaat er gewoon om of je een geur lekker vindt of niet. Moet je in de reguliere parfumerie (nog) niet echt mee aankomen… toch zien we begin jaren negentig voor het eerst dat androgyne geuren een grotere groep consumenten aanspreekt. Wat opvalt: ze ruiken niet allemaal fris, groen en fruitig.
Bvlgari Eau Parfumée au Thé Vert (1992)
Calvin Klein ck One (1994)
Salvador Dali Dalimix (1996)
Annick Goutal Eau du Sud (1996)
Guerlain – Aqua Allegoria – Pamplelune (1999)