EEN PARFUM ONTDOEN VAN ZIJN COUTURE-ALLURE
Jaar van lancering: 1972
Laatst bijgewerkt: 11/06/12
Neus: Edmond Roudnitska (1972), François Demachy (2009)
Art director campagne: René Gruau
Dat het couturehuis Dior altijd wat geuren betreft met de tijd is meegegaan, blijkt wel uit Diorella. Kijk naar de advertenties – gemaakt door ‘huistekenaar’ René Gruau – die na de lancering van deze geur in de tijdschriften verschenen. De ooit zo afstandelijke en ongenaakbare Dior-couturedame uit de jaren vijftig en zestig – die als zodanig nooit de swinging sixties als hip en bevrijdend heeft ervaren – maakt plaats voor een gewone, vlot gekapte vrouw gekleed in een eenvoudig colbertje met loswapperend shawltje.
Ook opvallend: ze lacht. Ze kon – we noemen haar Diorella – als het ware je buurvrouw zijn in een gewoon (rijtjes)huis, in een gewone straat, in een gewone stad. Kortom: lekker alledaags, niets meeslepends. Het couturehuis raakte met deze presentatie een gevoelige snaar, de geur was tot aan de lancering van Poison (1985) één van de populairste Diorparfums.
Sinds een paar jaar staat Diorella weer een beetje in de belangstelling. Dat wil zeggen: sinds John Galliano de mode van het couturehuis – sinds najaar 2011 exit – bepaalt en hij in 2002 op een aantal T-shirts liet drukken J’Adore (naam van een meer up to date en populair Diorparfum uit 1999) met daarachter de naam van een parfumklassieker van Dior (waaronder dus Diorella), heeft de geur een beetje aan populariteit gewonnen. Maar wij zeggen: op zoek naar een originele groene geur, vraag dan in de parfumerie naar Diorella.
Let op: in 2000 verscheen onder de naam Frédéric Malle in Parijs een nieuw parfumconcept. Uitverkoren neuzen kunnen daar, vrij van commerciële druk, een eigen parfum creëren. Sommige daarvan zijn niet helemaal nieuw, zoals Le Parfum de Thérèse die de neus van Diorella speciaal voor zijn vrouw maakte ergens in de jaren zestig. En nu het bijzondere: deze geur lijkt bijna als twee druppels water op Diorella. Trouwens, Edmond Roudnitska zelf vond het de ultieme versie van Diorella.
En Dior ziet eindelijk de waarde ook weer in van deze klassieker. In 2009. Het neemt dan de geur – in een nieuwe standaardflacon – op in de collectie Les Créations de Monsieur Dior. Vreemd deze overkoepelende naam voor een aantal minder populaire geuren van het couturehuis omdat een aantal hiervan pas na zijn dood verschenen – waaronder Diorella. Maar de inhoud lijkt aangepast, zie Ruik & Vergelijk.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Diorella werd gecreëerd door een van de beroemdste neuzen van de vorige eeuw Edmond Roudnitska. Waarom ruikt de geur zo aangenaam? Het is het eenvoudige groene karakter: Siciliaanse citroen en een gulle hoeveelhed basilicum – zeer origineel voor die tijd – geven aan de in het hart van de geur vertoevende jasmijn en perzik een ongekende groene frisheid. Neem daarbij de pas na een regenbui tot zijn recht komende kamperfoelie en klaar is Diorella. Bijna dan, dit alles wordt vastgehouden in de basis door vetiver en patchoeli.
In de 2009-versie ‘slaagt het opgewekte akkoord rond jasmijn erin zich los te maken van de weldadige sinaasappel om zich over te geven aan rasechte lichtheid. Citroen van Sicilië, kamperfoelie en vetiver zijn een opstapje naar de hemel’. Zegt François Demachy die Diorella opnieuw samenstelde. Hij vervolgt met: ‘ De geur heeft een zeer moderne constructie. Het is geen zware jasmijn, eerder een groene, kruidige, aromatische, bijna anijsachtige jasmijn. Het einde van de jaren zestig klinkt door de synthetische toetsen, vooral in hedione die een echte stimulans van frisheid is’.
Weg basilicum, die ik nog steeds meen te bespeuren. Weg perzik, die volgens mij de geur de frisheid zijn zachte randje gaf… En ik meen toch iets van meloen te herkennen. Het blijft vreemd die herfomuleringen van klassiekers… maar ook kom je voor verrassingen te staan in de aangename zin van het woord. Want in deze collectie is in 2010 ook Diorama opgenomen: in zijn subtiele licht fruitige bloemigheid een voorloper van Diorella en verbazingwekkend modernistisch voor het jaar van lancering: 1949.
RUIK & VERGELIJK
Veel cosmetica- en couturehuizen hebben wel een groene geur in hun assortiment. De grondlegger stamt uit 1945: Vent Vert van Pierre Balmain, gevolgd door Ma Griffe van Carven uit hetzelfde jaar. Opvallend is dat rond de jaren zeventig van de vorige eeuw groene geuren zeer populair waren – zal wel met het hippy-tijdperk te maken hebbben – en in een iets meer moderne vorm in de jaren tachtig terugkomen.
Groen jaren zeventig:
Lancôme Ô (1969)
Chanel Nº 19 (1970)
Estée Lauder Alliage (1972)
Clinique Aromatics ElixIr (1971)
Sisley Eau de Campagne (1975)
Groen jaren tachtig:
Jacomo Silences (1978)
Balmain Ivoire (1980)
Jil Sander Woman Pure (1980)
Estée Lauder Beautiful (1986)
Nieuw groen:
Grès Cabotine (1990)
Bvlgari Eau Parfumée au Thé Vert (1992)
Aigner Private Number (1991)
Dior Tendre Poison (1994)
Millenniumgroen:
Marc Jacobs Green (2006)
Marc Jacobs Cucumber (2008)
Mona di Orio Amythis (2008)

