OUDH OP STRAAT
GEWOON EEN NICHE-SERING
LAYER-TIP
Leuke geurgewaarwordingen begin deze week in Amsterdam. Drie keer ongevraagd oudh op een rij. Maandagavond: in de Albert Heijn rond een uur of acht laat ik me leiden door een sterk spoor in de winkel: achtergelaten door een dertignogwat-man. Paf! Dat komt binnen (in je neusgaten). Volgende dag word ik ’s ochtends fietsend ingehaald door een fatbike: alsof aangedreven door oudh. Third time lucky: ’s middags een stevig gezette man met ‘slick appearance’ stapt uit zijn vette BMW. Oink! Wou bijna vragen: ‘Loopt uw auto op oudh?’ Overeenkomst tussen de mannen: in Opsporing Verzocht zouden deze medelanders karakteristiek worden gelabeld met: ‘met een getinte huidskleur’.
Ik was dus op weg naar mijn ‘perfume pal’ die me telefonisch al enthousiast had verteld over een geur van Rochas die hij bij een tweedehands had gekocht. Ik zag de flacon en dacht: ‘Ik wist dat Rochas ver is afgegleden, maar zo ver?’ Wat een parfumprullaria. Het bleek dus een Yves Rocher: Pur Désir de Lilas. Yves Rocher was niet te zien op de flacon, alleen op de onderkant in miniscule letters. En dan begrijp ik wel dat je zonder bril Rochas leest.
Rochas of Rocher, maakt niet uit: het is een goede geur (gelanceerd in 2002). Zoals bijna alle Rochergeuren dat zijn (heb ze niet allemaal geroken), behalve de flacons dan, die hebben vaak een dumpstore-allure. Het grappige: als ik een bepaald soort solifleur een tijdje niet heb geroken, dan word ik altijd blij bij een onverwachte ontmoeting. Nou, en dat word ik van Pur Désir de Lilas. Zo moet sering ruiken.
Diffuus-bloemig geschakeerd (alsof je verschillende bloemen tegelijkertijd ruikt) met een groene ondertoon die geleidelijk poederiger wordt, zonder richtig boudoir af te glijden. Blind geroken zou ik’m als niche inschalen. De reden: de ondertoon is zo goed, geraffineerd en houdt verdomde lang aan: houtig, poederig, ‘streng’ en zonder ‘tuttig vrouwelijk’ te worden.
Nadat de sering lang gebloeid heeft op de huid, ruik je subtiele kruidige noten die mooi verstrengelen met amandel. Nog wat: ik vind’m beter dan de laatste solofleur-sering die ik heb besproken: Lilas Exquis van Fath. Die is koud en kaal vergeleken met Pur Désir de Lilas.
Pur Désir blijkt de naam van een lijn, waarin mimosa en gardenia eveneens tegen het licht werden gehouden. Die had ik ook graag een keer willen ruiken, zijn me toen (begin nieuwe millennium) helemaal ontgaan.
Ik lees dat de neus Annick Ménardo is. Verbaast me eigenlijk niet. Die heeft bijna een patent op dit soort ‘andere’ basissen in geuren. Ruik je ook zo goed en mooi in haar Bulgari Black (eerste versie), Diors Hypnotic Poison (eerste versie) en natuurlijk de vele geuren die ze voor Lolita Lempicka samenstelde. Ik ging trouwens de deur uit met een mix die mijn ‘perfume bro’ als een tijdje bezighoudt: Yves Saint Laurents Rive Gauche (vintageversie) gelayerd met een pure patchoeli. Not bad, not bad at all.






























