HOW BEAUTIFUL, HOW BOLD, HOW SWEET
Jaar van lancering: 2012
Laatst aangepast: 02/01/13
Neus: Marc-Antoine Corticchiato
Concept & realisatie: Béatrice Cointreau
Ik heb iets met de geuren van Frapin, voluit geschreven P Frapin & Cie. De reden? Het is niche zoals niche voor mij hoort: met niet al te veel poespas, zelfbewieroking en zonder de behoefte de (altijd enthousiaste) lifestyle-media te benaderen voor exposure. Gewoon mooie geuren leveren. Ook leuk: je leert het meestal bij toeval of via-via kennen. In het begin had ik bedenkingen: waarom moet een oud cognachuis een nieuwe tak aan zijn assortiment toevoegen? Snel liet ik die varen.
De geuren zijn goed, hebben meestal een originele link met de ervaring en de geschiedenis van Frapin, en wat daarbij komt: de wereld van sterke drank (en wijn) wordt steeds meer door neuzen als inspiratiebron gebruikt en is daarnaast een goed handvat om leken uit te leggen hoe een geur is opgebouwd. Zoals een vinoloog de opbouw van een cognac/wijn verklaart, zo verklaart een neus vaak een geur.
Nog iets: zijn veel nichegeuren prettig om te ruiken, niet om te dragen – die van Frapin zijn allemaal prêt-à-porter. Bewijst Speakeasy. Werd gemaakt door een van mijn favoriete neuzen, Marc-Antoine Corticchiato. Die heeft de inspiratiebron goed begrepen. Speakeasy (naam van illegale nachtclubs) roept de door Hollywood geromantiseerde wereld op tijdens ‘the Prohibition’: de tot mislukken gedoemde operatie (via een amendement) van de Amerikaanse overheid in de vorige eeuw (exact van 17 januari 1920 tot 5 december 1933) om productie en verkoop van alcohol te verbieden, hopende het gebruik maar vooral misbruik uit te bannen.
Het logische gevolg: productie en consumptie gingen de illegaliteit in en cafés bij de grenzen in Canada en Mexico beleefden topjaren. In Amerika ‘verschenen’ illegale cafés in achterkamertjes waar, om toegelaten te worden, je op zachte toon een codewoord moest uitspreken: speakeasy, fluister. Veel criminelen hebben goud geld verdiend aan de handel. Zij stalen onder meer industrieel alcohol en maakten er min of meer drinkbare alcohol van. De regering dwong in 1926 fabrikanten middelen toe te voegen aan industriële alcohol waardoor die ‘ondrinkbaar’ werd.
Lukte niet helemaal: volgens schattingen kwamen door deze alcoholvergiftiging minstens 10.000 mensen eerder dan ze zelf hadden voorzien aan hun einde. Opvallende bijkomstigheid: om de vaak povere smaak van de illegaal gestookte alcohol te maskeren, werden allerlei versierders toegevoegd: de echte cocktail was geboren.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Corticchiato presenteert een prachtige blend, waarin je met een beetje fantasie alle aroma’s van een dergelijk geheim café opsnuift. Speakeasy heeft een cocktail-toets, een sterke drank-toets en voegt daar de geuren van leren clubfauteuils, tabak en sigarenrook aan toe.
Voor mij begint de geur in een ‘speakeasy’ om te eindigen in de besloten wereld van herenclub. Heel mooi: de kwaliteit aan ingrediënten, dus niche. Je krijgt waar voor je geld en zoals gezegd ‘draagbaarheid’. Speakeasy blendt drie uitgesproken noten – leer, tabak en ‘sigarenrook’ – tot een uitgebalanceerde, harmonieuze en toegankelijke compositie zonder ‘makkelijk’ te worden.
Toen ik de geur voor het eerst blind kreeg opgespoten, moest ik bij opening denken aan de binnenkant van een vat dat jarenlang ‘op de tocht’ heeft gelegen: groenig, houtig, zwevend tussen schimmelig en ‘mineraal’… iets later aan volle en ‘crèmige’ schoenensmeer die elegante leren schoenen voorziet van een mooi, glanzend laagje. Hoewel anders bedoeld, roepen de noten wel eerst dezelfde frisheid op, later de leren ‘afdronk’ dezelfde stoere zwoelte.
Speakeasy opent als een elegante mojito-cocktail. Ofwel, rumextract, davana-gras (met zijn fruitige en frisse groenheid), sinaasappel en limoen. Mooi om te ruiken hoe ‘zacht’ de rum deze (citrus)noten maakt. Het cocktail-idee wordt voortgezet in het hart met (Russische) munt en (Egyptische) geranium. Maar dan de basis – how beautiful, how bold, how sweet: een oude leren clubfauteuil en schoenenpoetsdoos in een: want de leernoot is sterk, door Corticchiato opgeroepen met styrax (benzoïne) en cistus labdanum die een mooie, stoere ondertoon krijgt door een tabaksnoot die op zijn beurt weer verfijnd ondersteund wordt door liatrix (foto). Beter bekend als kattenstaart geliefd om zijn eigen coumarinenoot met het bekende hooi-effect.
Om het effect niet al te overdonderend te maken, worden de elegant-warme ‘zoetmakers’ kerrieplant en tonkaboon (naast zijn rumeffect ook geliefd om zijn eigen coumarine-noot) toegevoegd. Die geven de geur tegelijkertijd een cognacachtige allure. De witte musk ontdek ik niet echt.
RUIK & VERGELIJK
Doet qua sfeer, luxe, verfijning en oosterse sensualiteit denken aan:
Guerlain Habit Rouge (1965)
Aramis – The Gentleman’s Collection – J•H•L (1982/2009)
Tom Ford Noir (2012)