‘OUT OF AFRICA’ OR AFRICA IN PARIS?
Jaar van lancering: 2009
Laatst aangepast: 18/08/12
Neus: Jerome Epinette
Concept & realisatie: Ben Gorham
Wordt wel beweerd: twee van de wegbereiders van de moderne kunst Pablo Picasso (1881-1973) en George Brague (1882-1963) hielden hun collectie Afrikaanse kunst bewust buiten de publiciteit om hiermee hun nieuw bedachte kunststroming, het kubisme, als volstrekt oorspronkelijk neer te zetten. Er zijn zelfs boeken over deze (veronderstelde) ‘voorkennis’ vol geschreven. Beide kunstenaars waren niet de enigen (en eersten) die onder de indruk waren van deze ruwe, ongeciviliseerde, vaak religieuze kunst die voor westerlingen in een ‘nieuwe’ vormentaal ‘het onderbewuste’ liet zien. Er zijn heel wat priesters in de 19de naar Afrika vertrokken om de boodschap van ‘onze lieve heer’ onder de heidenen in de Franse koloniën te brengen, en daar onder indruk van deze beelden raakten en een imposante collectie naar het vaderland brachten.
Die werd als eerste ontdekt en ‘opgepikt’ door de artistieke incrowd van Parijs en deze ‘magische kunst’ raakte in de jaren twintig pas salonfähig en dus en vogue. Dat wil zeggen: het vormde een gloedvolle inspiratiebron voor de art deco-beweging en kreeg merkwaardigerwijze vanuit de VS een ‘zwarte’ muzikale omlijsting door de opkomst van de jazz en de daarbij horende dansen, waaronder de charleston. Deze Afrikaanse mode kwam tot een hoogtepunt met de optredens van de Josephine Baker (1906-1975) in een bananenrokje – Jacques Guerlain (1874-1963) was zo onder de indruk van haar dat hij voor haar Sous le Vent (1933) creëerde.
De bedoeling is dat je dit ‘sfeertje’ in Bal d’Afrique ruikt. Het is een ode op ‘the roaring twenties’ in Parijs tijdens het interbellum. Maar wat bedoelt Ben Gorham exact? Een – gemaskerd – bal in Parijs met Afrika als thema? Of de exotische en zinderende wereld van Afrika, het continent? In beide gevallen stemt het eindresultaat ontevreden. Ik mis in de ‘Parijse’ bedoeling, de parfumsfeer die toen trendsettend was: witte bloemen onderlegd met aldehyden en animale noten. Wil als het ware feestgeruis en -feestplezier horen. Ik mis in de ‘Afrikaanse’ bedoeling de overrompeling van exotische bloemen – bijvoorbeeld ylang-ylang – en de intense warmte van ‘vreemd’ hout en ruwheid van bijvoorbeeld wierook en civet. Ik wil als het ware de trommels van inheems stammen horen roffelen, de fauna in het oerwoud ruiken. Kortom, een mooie naam die zoveel kan oproepen, resulteert…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
… in een nogal brave geur die ook onder elke andere naam waarschijnlijk wel (of geen) succes is (of zou zijn geworden). De kwaliteit, niet mis mee. Maar Byredo is niche en mag ook wel gezien de prijs die voor mij – heb het al eerder gezegd – niet in verhouding staat tot het gebodene.
Bal d’Afrique kent een behoorlijk scherpe citrusopening waarin vooral de neroli (foto) er uitspringt. Op de achtergrond neem je direct een mooie lichtbittere, frisgroene noot van goudsbloem (de Afrikaanse!) gecombineerd met een friszoete noot. En dat is dus (Zuid-Afrikaanse!) bucchu (of bucco, of boegoe, of bucco, of bookoo of diosma). Is een struik met witte bloemen waarvan het blad een geur verspreidt die ruikt naar zwarte bes gecombineerd met munt. Het hart: witte, zoete bloemen – jasmijn, viooltje, cyclaam – zonder de elegantie van de jaren twintig; daarvoor blijven ze te fris en te zonnig, worden niet sensueel.
Zelfs niet door de basis. Want dat is het opvallende aan Bal d’Afrique: de basis lijkt los te staan van de rest, maar bepaalt uiteindelijk wel de geur: een beproefde combinatie van amber (zwart genoemd in verband met Afrika), musk, vetiver en cederhout (uit Noord Afrika, Marokko dus) die een nogal mannelijke eindindruk maakt.
RUIK & VERGELIJK
Afrika in geur? Veel te weinig naar mijn smaak. In de jaren twintig van de vorige eeuw wel heel veel als inspiratiebron gebruikt, waarvan prachtige voorbeelden zijn te zien in het boek The Art of Perfume van Christie Mayer Lefkowith. Zou Ben Gorham het kennen? De meeste nichehuizen vinden het Nabije en Verre Oosten artistiek en commercieel toch interessanter dan het donkere continent. Er is volgens mij maar één nichehuis dat zich er door laat inspireren: Parfums Générale. Waarvan getuigen:
Parfums Générale – Huitième Art – Sucre d’Ebène (2010)
Parfums Générale – Huitième Art – Naïviris (2010)
En de ode van Jacques Guerlain op de elastieken benen-zangeres is echt prachtig:
Guerlain Sous le Vent (1933, 2006)

