EEN WITTE BLOEMEN-CORSAGE
ZO ZACHT ALS SATIJN, ZO LICHT ALS CHIFFON
Jaar van lancering: 1934/1937/jaren vijftig/2008
Laatst bijgewerkt: 01/07/12
Neus: Henri Bergia, Lucien Ferrero (2008-versie)
Nuit de Longchamp. Wellicht het beroemdste parfum van Lubin met zoveel mystiek omringd. Niet alleen door de naam, maar ook door verhalen over hoe geweldig het ooit geroken heeft. Daar kon je het als echte fragrance-fan meedoen. De geur verdween midden jaren vijftig van de vorige eeuw uit de winkel en vervolgens uit het bewustzijn… Laatste versterkt door het feit dat Lubin (anno 1798) ergens midden jaren zeventig zijn huis in Parijs sloot. Maar sinds de opkomst van de nichetrend (ongeveer midden jaren negentig) en de hieruit voortvloeiende interesse voor ‘bijna niet meer geroken geuren’ heropenen veel ooit gerenommeerde huizen hun deuren. Weliswaar zijn de sleutels vaak in handen van het ware parfummetier geen warm hart toedragende investeerders, maar die hebben na een aantal debacles (Schiaparelli, Vionnet, Lelong) geleerd dat ze zo dicht mogelijk bij de filosofie van de oprichters moet blijven, willen ze op zeker moment toch echt geld zien.
Gilles Thévenin doet het met Lubin in 2008. En hij is, afgaande op de nieuwe versies, zo dicht mogelijk bij de originele receptuur gebleven. Bij hem geen ‘gewichtige’ verklaringen dat de geuren naar ‘nu’ zijn vertaald om te beantwoorden aan de veranderende smaak – iets waar anderen nieuwe eigenaren zich nog wel eens ‘schuldig’ aan maken. Zo gauw je dat doet, verliest in ieder geval een ‘vintage-huis’ zijn geloofwaardigheid en noodzaak weer op de markt te komen.
Alleen jammer – en Thévenin staat hierin niet alleen – heeft hij gekozen voor een – beetje plompe – standaardflacon (eerste foto gecombineerd met een campagne uit de jaren zestig) wat de vrouwengeuren betreft. En aan de andere oude advertenties zie je dat verpakking en sfeer voor een grote mate de aantrekkingskracht van een parfum bepaald. Daar kunnen vintage en nichehuizen nog heel wat – opnieuw – van leren.
Nuit de Longchamp is eigenlijk een soort gelegenheidsgeur, want gemaakt ter ere de eerste nachtelijke wedstrijd in het hippodrome van Longchamp bij Parijs. En dat moet dus een chique aangelegenheid zijn geweest. Je ziet de sfeer helemaal voor je. Mannen in smoking, vrouwen ook smoking als symbool voor een emancipatoire attitude.
En natuurlijk gekleed in schuin gesneden satijnen jurken met sleep (Chanel, Grès, Lelong, Molyneux, Patou, Vionnet, Schiaparelli en al die andere toen populaire couturiers) met een sierlijke bloemencorsage van witte bloemen, of een streng parels. Want Nuit de Longchamp is voor mij een wit-beige bloemenparfum zacht als satijn, licht als chiffon. Niet zwaar, wel elegant luchtig als een nachtelijk briesje tijdens een warme zomernacht. Een aanwinst voor de klassieke aldehydenparfumliefhebbers en – nu – zeer geschikt voor all day-all night wear.
Let op: in de Benelux alleen verkocht bij Store in Antwerpen.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Sommigen typeren de geur als een hybride: een ‘aldehyde-chypre’, zwevend tussen Chanel N°5 (1921) en Miss Dior (1947). Van de eerste heeft het de aldehyden, van de twee de groene toets met dierlijke onderlaag. Niet opgeroepen met civet, maar met een intense noot van Peru- en tolubalsem. Maar die moet in de oudere versies sterker zijn geweest, gezien het toen vanzelfsprekende gebruik van een dierlijk spoor in de nasleep van parfums. De nacht gaat lichtjes frisbloemig ‘chill’ van start met bergamot en oranjebloesem begeleid door die typische aldehydennoot die gedurende het hele verloop aanwezig blijft. Dan verschijnt er een lichtgroen en kruidig schijnsel aan het nachtelijk firmament: kardemon en nootmuskaat die de witte bloemenweelde – jasmijn, ylang-ylang en Turkse roos (ok, die is rood) – in het hart een decente kruideninjectie geeft.
Iris zorgt voor een poederige verfijning die de ‘stoere’ bosachtige basis van brem, sandelhout, patchoeli, vetiver en eikenmos (chypre-achtig dus) tempert. Dan de sensuele noten: Peru- en tolubalsem (zelden meer gebruikt in geuren en goed voor een kruidige-muskachtige vanillegloed) en cistus labdanum. Samen vloeit dit alles samen in prachtige zachtheid die aanhoudt, aanhoudt, aanhoudt.
RUIK & VERGELIJK
Terwijl ik me in Nuit de Longchamp aan het verdiepen was, de wederwaardigheden er over las en de associaties met andere geuren las, spookte een ander parfum door mijn hoofd. Die zit nu op mijn rechterpols, Nuit de Longchamp op mijn linker. En hoewel die ander geprononceerder, gelaagder en rijker is, vindt ik het aldehyden-gevoel treffend.
Amouage Gold (1983)

