‘OUI, C’EST MOI’
A PERFUME YOU LOVE TO HATE
A PERFUME YOU HATE TO LOVE
Jaar van lancering: 1987
Laatst bijgewerkt: 24/04/12
Neus: Jean Guichard
Model: onbekend
Flaconontwerp: Annegret Beier
Fotografie: Sarah Moon
‘Terugruikende’ kun je constateren dat Loulou een van de laatste geuren in de ketenparfumerie is geweest waarin de kracht en de filosofie ‘achter het parfum’ sterker was dan het (logische) verlangen om zoveel mogelijk flacons ervan te verkopen. Kan me bijna niet voorstellen dat de geur in zijn ontwikkelingsfase is voorgelegd aan een proefpanel, want dan zou de uitkomst waarschijnlijk teleurstellend zijn geweest en er direct aan gesleuteld zijn. Want: Loulou doet niet echt zijn best direct te charmeren.
Ook nu nog verbaast hij: vreemd, ‘viezig’, ruig, vol, mysterieus en zelfs sinister als je dat van een parfum kunt zeggen. Maar ook een decadente geur vol verlangen en ‘nieuwe’ oosterse charme die je pas later – na veel proberen – leert waarderen om je er vervolgens aan over te geven. Zo verliep althans mijn ‘acceptatiefase’. De geur moest natuurlijk ook zo zijn door de inspiratiebron: de Amerikaanse actrice Louise Brooks (1907-1985) die beroemd (of eerder berucht) werd door haar provocerende rollen in voornamelijk – stomme – Duitse films. Hoogtepunt: Pandora’s Box (1928) waarin voor het eerst op het witte doek lesbische scènes te zien waren. De naam van de persoon die ze speelde: Lulu. Het wordt beschouwd als een van ‘s werelds beste acteerprestaties ooit.
Interessant om te zien dat Cacharel in het begin van zijn parfumcarrière subtiel, maar bewust voor een erotische (is wat anders dan sexy) ondertoon koos met – als je het zo wilt zien – een lichte lesbische connotatie: zie ook de eerste foto’s en video’s van Anaïs Anaïs (1978) gemaakt door Sarah Moon. De wereld die met Loulou wordt opgeroepen is de ‘broeierige’ wereld waarin Louise Brooks leefde en die nu door ons als toppunt van frivool en smaakvol vermaak wordt gezien: the gay twenties – in Frankrijk les années folles genoemd – toen alles wat God verboden had en het daglicht niet verdroeg beleefd kon – ‘ervaren’ zeg je nu – worden in Berlijn. Maar niet alleen Berlijn, ook Parijs, eigenlijk alle hoofdsteden van Europa kenden vele ‘boites’ waar bovenwereld, demi-monde en onderwereld elkaar ontmoetten om zich te vermaken om de verwoestende herinneringen van de Eerste Wereldoorlog te vergeten.
De introductie was goed en groots georkestreerd. Moest ook wel: er stond veel op het spel: kon Cacharel voor een tweede keer een geurengekte veroorzaken? Voor het eerst werd – ook in Nederland – Loulou eveneens op de televisie grootschalig gepromoot. En zó vaak, dat er op een gegeven moment grappen over werden gemaakt – althans in mijn vriendenkring. Als je melig was, dan antwoordde je op elke vraag die je gesteld werd met ‘Oui, c’est moi’. Het antwoord dat het model in de promotieclip gaf op de voice over-vraag ‘Loulou?’
De flacons zijn vaak als kitsch afgedaan. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten, zegt men, maar ik heb dat ‘rare’ blauw en ‘rare’ rood altijd een goede vertaling gevonden van de art deco-esthetiek van de jaren twintig van de vorige eeuw die ook vaak zweefde tussen kunst en kitsch. En dat hard plastic (of vergis ik me nu?) werd gebruikt en geen glas vond ik weer een goede vertaling van bakeliet – ook populair in die jaren.
Ik kan me niet herinneren – ik zat toen nog niet echt professioneel in parfum – of de geur direct met open neus ontvangen werd. Wel dat Loulou, zoals ook andere parfums, in tegenstelling tot nu toe de kans kreeg zich waar te maken. En deed het ook en bleef jaren een succesnummer. De geur is zoals zoveel andere ‘klassieke eighties’ in vergetelheid geraakt, maar Cacharel geeft hem de laatste jaren weer enige aandacht door Loulou in 2011 onderdeel te laten zijn van Le jardin de Cacharel.
Dat was een collectie populaire Cacharelgeuren (in 20ml-formaat) in 2012 omgetoverd tot Le paradis de Cacharel (nu 25ml-formaat – zie foto onder). In het begeleidende persbericht wordt Loulou nu omschreven als ‘Zij is een vrouw en tegelijkertijd onvolwassen. Zij wordt aangetrokken door magie en is zich bewust van die gevaren die er achter schuilen. Ontroering, mysterie en betovering spelen de hoofdrol.’ Als ik Cacharel was zou ik deze geur nu groots herlanceren. Het past perfect in de vintage-trend, want Loulou is dubbel vintage.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Loulou is een meesterwerk! En om verschillende redenen. Op de eerste plaats wordt een bloem en een ‘houtsoort’ geïntroduceerd die toen nog vrijwel onbekend waren en waarmee nu je wordt ‘doodgegooid’: tiaré (foto) en zoethout. Op de tweede plaats door de gewaagde combinatie van pruim, tuberoos en vanille.
Het is alsof de neus drie klassiekers door elkaar heeft gemengd. Mitsouko (1917) van Guerlain met zijn legendarische pruimnoot, Shalimar van Guerlain met zijn beroemde vanille-overdosis en Robert Piguets Fracas (1949) – het non plus ultra-tuberoosparfum. Hierdoor vindt een eerst een ontploffing plaats, alsof je de doos van Pandora opent: talloze geuren gevangen in een dreigende, donkere wolk maken zich vrij. Laat je hierdoor niet intimideren, geeft Loulou kans zich te ontwikkelen en je ondergaat weldra de genoegens van een volle oriëntaalse bloemengeur.
In de opening omringd door citrusachtige nuances (mandarijn, bergamot) word je getrakteerd op zwarte bes, pruim en zoethout – hoe origineel: ze versterken elkaars zoetigheid en die ‘plakt’ ook heel mooi op de bloemen in het hart: tiaré en tuberoos versterkt met ylang-ylang, oranjebloesem en jasmijn. Voor ik het vergeet: je ruikt in de opening ook een soort bloemige kruidigheid geleverd door goudsbloem. Het effect: oosters-klassiek bloemengenot dat verwart door de dissonante tonen van de ‘nieuwe ingrediënten’.
In de basis wordt dit alles opgezogen – verzwolgen lijkt het wel – door de balsemachtige noten van sandelhout, vanille, tonkaboon en musk die een droog-poederige uitwerking hebben door iris, heliotroop en zelfs een nuance van mimosa vermengd met een soort rokerigheid die ruikt naar wierook. Gewaagd in zijn verwarrende volheid, futuristisch in zijn fuseren van nieuwe en oude ‘smaken’.
RUIK & VERGELIJK
De jaren tachtig mogen dan ‘stijltechnisch’ herontdekt zijn, de parfumklassiekers die deze periode hebben begeleid, lijden een kwijnend bestaan of zijn verdwenen.
Laura Biagiotti Roma (1987)
Joop! Femme (1987)
Nina Ricci Nina (1987)
Prescriptives Calyx (1987)
Rochas Byzance (1987)


Deze geur ruik je al op grote afstand. in een ver verleden heb ik deze geur ook gehad maar zal het nu nooit meer kopen. Hoorde laatst van een vriendin dat deze bij iemand in de auto had gezeten met deze geur op en ze alle ramen had open gegooid want ze werd er onwel van. Kortom, niet echt een goede uitgebalanceerde geur maar wel met een ongelooflijke kracht en power (dat dan weer wel).
Misschien had die persoon gewoon te veel aangebracht? Dat is nog steeds de grootste fout, en dan is het niet de fout van het parfum, vind ik.