GROEN VIOOLTJE, ZOET VIOOLTJE, WARM VIOOLTJE
Jaar van lancering: 1913/2006
Laatst aangepast: 01/06/11
Neus: Richard Fraysse
Een van mijn favoriete ‘bloemen’ – is meer een struik – zelden in parfums verwerkt: de liguster. Bloeit nu volop, overal en zal het de hele zomer doen. De geur zweeft tussen groen-houtig, zonnig, geel-bloemig, bitter en wrang. Waarom schrijf ik dit? Krijg een beetje hetzelfde gevoel bij het ruiken van het eerste spoor dat Violette Précieuse verspreidt. De geur verscheen zonder veel toeters en bellen. En in eerste instantie alleen te koop bij Sephora.
Ware parfumfans weten dat het een re-issue is van de gelijknamig geur uit 1913 die geldt als een van de mooiste viooltjesparfums ooit. De beschrijving van de ingrediënten en het effect brengt je neusvleugels naar hogere gebieden. Ik heb hem nooit geroken en de nieuwe versie heeft volgens mij weinig met het origineel van doen.
Toch is Violette Précieuse ‘niet verkeerd’. Zweeft tussen de niche- en populaire tak van Caron. En heeft niet de ‘makke’ van veel pure viooltjesparfums: een zoetigheid die maar door en doorgaat. Waardoor er geen verfijning, geen ‘verdieping’ optreedt. Te veel snoepjes, te weinig parfum.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ja, het is die merkwaardige groene noot in de opening die direct de aandacht vasthoudt. Groen viooltjesblad waarop winterse regendruppels van oranjebloesem vallen, vermengd met een voor mij lichte even groene anijsnoot. Mooi, ‘knisperend’. Het maakt de hoofdrolspeelster in hart minder aanstellerig, capricieus en cliché vrouwelijk-onschuldig.
Hier bloeit het viooltje zoals het volgens mij hoort: zoet maar gedoseerd. Komt door de toevoeging van iris -tekening. Die maakt Violette Précieuse zachter, ‘stoffiger’. Het bloemeffect komt op conto – viooltje ruikt niet echt naar bloem vind ik – jasmijn en lelietje-van-dalen die de frisheid van de opening continueren. Dit alles gaat samen ‘gezellig’ onder een warme en volle basis van sandelhout, musk, vetiver en framboos. Laatste twee neem ik eerlijk gezegd niet echt waar.
RUIK & VERGELIJK
Er bestaan heel veel leuke weetjes over het bosviooltje. Waar ze symbool voor staat, wat haar geneeskrachtige werking is. Doen we dit keer niet. Wel de plain facts: het maarts viooltje (viola odorata) groeit op grond onder heggen, aan beschaduwde slootkanten, onder bomen en langs oude muren (de zaden worden door mieren verspreid) van laagland tot het voorgebergte.
Net zoals bij de iris, levert de gedroogde wortel de geur die als verfijnd, licht poederachtig en zoet wordt omschreven. Lange tijd voor de parfumindustrie nog in het wild verzameld. Tegenwoordig wordt de geur voornamelijk in de parfumlaboratoria nagebootst; zo is er een aldehyde met een duidelijk viooltjesaccent. ‘Vroeger’ ware pure viooltjesgeuren zeer geliefd. De meest gebruikte variëteiten die hiervoor werden geteeld waren Violette Victoria (de lekkerste geur) en Violette de Parma (het makkelijkst te cultiveren).
Het bloemeke is eigenzinnig: als je er aan ruikt merk je de geur op, blijf je echter langer aan het viooltje ruiken dan neem je de geur niet meer waar. Dit heeft William Shakespeare in Hamlet beschreven: ‘The forward violet thus did I chide: sweet thief, whence didst thou steal thy sweet that smells, if not from love’s breath’. Toch nog een leuk weetje.
Een grote klassieker met geprononceerd viooltjesaccent:
Guerlain Après l’Ondée (1905)
Twee moderne klassiekers met veel viooltje:
Bvlgari Pour Femme (1996)
Lolita Lempicka Lolita Lempicka (1997)
Ook veel viooltje in:
Thierry Mugler Violet Angel (2005)
Guerlain Insolence (2006)
Niche-viooltjes:
Annick Goutal La Violette (2001)
Creed Love in Black (2010)

