VAN OUDE COUTUREHUIZEN
& GEUREN DIE VOORBIJGAAN
DE ERFENIS VAN CHANEL WORDT MINDER BIJZONDER
Ik woonde een tijdje vanwege werk in Brussel. Door een rijkere ‘levenscultuur’ aldaar (ook wel Bourgondisch genoemd), wordt daar meer aandacht besteed aan dingen die het leven schoner en ‘plesanter’ maken – waaronder parfums.
Dat viel me niet alleen op tijdens gesprekken – geur & herinnering; bij gebrek aan beter altijd leuke social talk tijdens social events – maar ook in het aanbod van (tweedehands) boeken over parfum: talrijk. Bij inzage van sommige ging ik zelfs aan mijn kennis en inzicht twijfelen. Fact of life: hoe meer je weet, hoe minder je weet.
Zo kocht ik ooit het fascinerende Beauty in Exile van Alexandre Vassiliev (gepubliceerd 2000). Kort door bocht: Russen op de vlucht voor de chaos volgend op de revolutie van 1917 namen een stijl mee die leidde tot een rage in West-Europa voor oosters-exotische kleding en design, overvloedig gedecoreerd met parels, pailletten, zijde, brokaat en borduur.
Deze overdadige kijk – in feite een artistieke Russische revolutie – beïnvloedde de westerse cultuur enorm. Niet alleen in de haute couture, maar ook in kostuums gedragen door kunstenaars afkomstig uit het ballet, dans en theater (denk aan de impresario Sergej Diaghilev die de gordijnen van de theaters waar zijn Ballets Russes optrad besprenkelde met Guerlains Mitsouko).
Alexandre Vassiliev, historicus en kostuum- en decorontwerper, brengt de geschiedenis en de invloed van de Russische émigrés – textiel-, decor en modeontwerpers, ambachtslui, grafische ontwerpers, aristocratie én Russische modellen in kaart. Niet alleen die van Parijs, maar ook van Russen uitgeweken naar Istanbul, Berlijn, New York, Sjanghai en de Oost-Russische havenstad Harbin.
Ik had het boek eigenlijk alleen doorgebladerd (het lot van menig koffietafelboek) en gescand op illustraties. Onder de indruk was ik zeker bij de eerste kennismaking én nog meer toen ik het onlangs weer terugzag bij het afstoffen.
Ik vraag me wel eens af: waar komt mijn fascinatie en die van anderen voor oude, vergeten parfumhuizen vandaan? Omdat ze in een notendop de essentie van een cultuur tot op een statige dan wel frivole en tongue in cheek tot uitdrukking brengen? Parfum is vaak, of beter gezegd was ooit, een heraut van een idee, een gedachte, een gecultiveerde en gepolijste manier om de l’air du temps van een tijdperk te sealen.





Wat had ik veel over het hoofd gezien! Met name mijn fetish: parfum. Fascinerend om te lezen dat veel ontheemde Russen een couturehuis openden – alsof tussen tijdens het interbellum de concurrentie op dat gebied al niet moordend genoeg was. En die Russische huizen brachten ook ‘gewoon’ parfums op de markt – alsof de concurrentie op dat gebied niet moordender was.
Het schijnt dat Chanel via grootvorst Dimitri Pavlovitsj Romanov (een van haar lovers) in Biarritz (anderen beweren Grasse) werd voorgesteld aan de eveneens gevluchte neus van Russische oorsprong – Ernest Beaux – verantwoordelijk voor de interbellumparfums van Chanel. Trouwens, grootvorst Dimitri’s zus, grootvorstin Marie Paulowna Romanova, runde tot 1929 in Parijs een borduurstudio – Kitmir – en had Chanel als klant; veel van haar collecties toonden overduidelijk slavische invloeden. Hoe groot de Russische invloed op Chanel letterlijk in dit geval was, daarvan getuigt natuurlijk haar Cuir de Russie (1924).
Mijn fantasie slaat op hol, zo vreemd is het eigenlijk niet, maar ik durf bijna te beweren dat al die gevluchte Russen die in no time een couturehuis met parfumlijnen wisten op te richten, haast wel contact met Ernest Beaux moeten hebben gehad – die emigranten kenden elkaar natuurlijk allemaal en hielpen natuurlijk elkaar daar waar het kon. Tenminste daar gaat mijn ‘Gutmensch’-kijk vanuit.
Iets anders wat uit het boek naar voren komt: het monopolie dat Chanel zich door een exquise en uitmuntende marketing de afgelopen decennia op het gebied van mode, haute couture, levensfilosofie (wat het uitdragen van haar leven betreft afgezien van een paar flinke misstappen) heeft opgeëist, wordt al lezende dit boek twijfelachtiger. Hier is ze een van de vele bijzondere vrouwen (waarvan velen nog bij het grote publiek nog onbekend) die een succesvolle carrière in de modewereld wisten op te bouwen – Chanel was wel diegene waarin alle verworvenheden van de nieuwe moderne vrouw samenkwamen en dit in haar public relations uitmuntend wist uit te buiten.
Aanvulling 15 juli: ik heb toch een soort van aangevoeld wat Chanels ‘tanende’ invloed betreft. Ik lees gister toevallig een artikel in Le Monde over Augusta Bernard – onderdeel van een serie over vergeten vooroorlogse couturiers. Had ook nog nooit van haar gehoord; kende haar alleen van een beroemde foto van een jurk van haar hand.
De Russische couturehuizen en hun parfums die ik via Beauty in Exile heb ontdekt zijn: YTEB aan 14 de Rue Royale in Parijs. Maison Irfé – afkorting voor prinses Irina en prins Félix du Youissoupoff – was gevesigd 19 Rue Duphot (ook Parijs). Hun twee overgeleverde parfums heetten Blonde en Brunette – die de oude geurfilosofie aanhangen dat blondharige vrouwen andere soort parfums prefereren dan donkerharige. Vanuit New York opereerde couturier Valentina (Nicholaevna Sanina) – ik wist van haar bestaan. Juicy: haar man had een affaire met Greta Garbo (klant van haar en in hetzelfde appartementencomplex wonende). Haar parfum: My Own.
Moet gezegd: ik doe de bovengenoemde Russische couturehuizen en hun scene eigenlijk te kort; als je je erin verdiept val je van de ene verbazing in de andere. Maar dit is een parfumblog.



