EEN VLAM DIE NOOIT DOOFT?
Jaar van lancering: 2012
Laatst aangepast: 19/01/13
Neus: Francis Kurkdjian
Concept & realisatie: Francis Kurkdjian
Een van de voordelen van nichegeuren: je hoeft ze niet stand pede te beschrijven, want als het goed is blijven ze voorlopig in de collectie. Ik moet de eerste aanbiedingsbak in de nicheparfumerie met flopgeuren nog tegenkomen. Staat niet chic. Maar het zal niet meer lang duren. Want afgezien van de overkill, kunnen heel veel nichemerken hun verwachtingen en veronderstelde kwaliteit niet inlossen. Minder negatief gesteld: niet helemaal inlossen. Een goed voorbeeld: Maison Francis Kurkdjian. Zijn geuren die hij voor zijn eigen huis maakt, worden steeds meer mainstream. Elegant, aangenaam, goede kwaliteit, maar zich niet echt onderscheidend.
Vind ik. Wat is zijn toegevoegde waarde, behalve het feit dat hij als neus zo geliefd was (en is) bij andere merken – voor onder meer Guerlain maakte hij een nicheparfum zoals je dat van hem verwacht: Rose Barbare (2005) – en de markt natuurlijk altijd op nieuw zit te wachten.
Zijn Amirys pour Homme uit hetzelfde jaar heb ik al beschreven. En voor zowel Amirys pour Femme geldt dat terwijl hij met een leerling in zijn laboratorium basisgrondstoffen aan het doornemen was, hij op amyris stuitte. Beter bekend als het alternatieve sandelhout. Het woord verleidde hem omdat de oorspronkelijke betekenis zo tot de verbeelding spreekt. Stamt uit het Grieks en betekent intens geparfumeerd. Het woord bevatte voor hem ook het ingrediënt waarmee Kurkdjian deze twee sandelhoutgeuren wou laten fuseren: iris. Een trouvaille.
Kurkdjian: ‘Beide geuren hebben hun hoofd in Jamaica (Kurkdjian gebruikt amyris van dit eiland), hun hart in Florence (bakermat van de iris pallida). Amyris staat voor de schittering van de zon, iris voor het ‘kloppen’ van de aarde. Samen zetten ze de geur in vuur en vlam, een vlam die nooit dooft…’. Opmerkelijk: hij vergelijkt de iris in Amirys pour Femme ‘met een erg mooie, maar bitchy vrouw die in de trap onder de kont nodig heeft, die haar impulsief maakt’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Met andere woorden: de poederige, fluweelachtige en beschaafde iris (tekening) krijgt niet een verleidelijke, maar een sexy, seksuele ondertoon. Maar is dat ook zo? Eerst is er een heel zuivere en stralend-frisse noot van citroenblad-essence die niet direct naar de achtergrond verdwijnt wanneer het alternatieve sandelhout en de iris zich presenteren. En die verstaan zich uitstekend met elkaar: de warm-romige noot van de eerste gaat mooi samen met de iris. Kurkdjian vond een variatie die lang genoeg had gerijpt waardoor de aardse toon was getransformeerd tot ‘poeder’. Maar ik krijg niet echt ‘in vuur en vlam’-ervaring, ook niet wanneer de, weliswaar bescheiden, oud-noot zich aandient, begeleid door vetiver en een amberachtige nuance (moeilijk te traceren).
Deze houtige tonen zorgen er wel voor dat Amirys pour Femme een zekere mate van ‘stoer’ krijgt – en dat is misschien sexy. Toch is de geur voor mij eerder een hele geslaagde exercitie om zonder witte musk, een clean-elegante geur af te leveren. Maar sexy? Nee.
RUIK & VERGELIJK
In onderstaande geuren van Maison Francis Kurkdjian herken je wel het uitzonderlijke talent van Francis Kurkdjian om krachtige geuren te maken die zijn status van ‘nicheneus’ bevestigen.
Maison Francis Kurkdjian Lumière Noire pour Femme (2009)
Maison Francis Kurkdjian Lumière Noire pour Homme (2009)
Maison Francis Kurkdjian Cologne Absolue pour le Soir (2011)

