‘NEMEN WE NOG EEN ABSINTJE?’
‘NOU, VOORUIT, MAAR ALLEEN MET ANIJS EN VETIVER, HOOR’
Jaar van lancering: 2009/2012
Laatst aangepast: 13/09/12
Neus: Marc Buxton
Concept & realisatie: Marc Buxton
Mark Buxton is terug. Nu is hij eigenlijk nooit weggeweest, maar sort of. Zit zo: na talloze geuren voor talloze massmarket opdrachtgevers – waaronder Salvador Dali’s Laguna in 1991 – begon hij er genoeg van te krijgen. Wil zeggen: van de branche die alleen ‘maar aan geld denkt en don’t give a shit wat er in een flacon zit’ – zo hij van de week tegen me zei tijdens de opendeurdag van Skins (waar hij verkocht wordt). Dat het ook anders kon, merkte Buxton toen hij in 1999 ging samenwerken met Comme des Garçons (later met Colette in 2005 en Biehls in 2007). Hier ontmoette hij een merk dat artistieke bevlogenheid combineerde met het verlangen andere geuren te maken, en parallel hieraan zag hij de opkomst van de ‘nichebeweging’.
En, hoewel hij vindt dat veel huizen die zich zo classificeren, ‘echt lucht verkopen en vaak nog niet eens mooi verpakt’, groeide bij hem het idee voor een eigen huis – By Mark Buxton. Hij vond tot zijn stomme verbazing een Russische investeerder in 2008. Zeven geuren verschenen: Nameless, Hot Leather, English Breakfast, Around Midnight, Sound & Visions, Wood & Absinth en Black Angel die je op basis van een kleurcodering koos. De samenwerking liep op zijn zachtst gezegd niet helemaal gesmeerd, de verkoop werd niet goed begeleid en de investeerder had tot zijn stomme verbazing zijn naam gekocht – Buxton had de kleine lettertjes in het contract niet echt gelezen. Lang verhaal kort: hij heeft zich uitgekocht en is in 2012 quasi opnieuw begonnen onder de naam Mark Buxton Perfumes en blijft ondertussen geuren voor de big boys maken. Waarvan getuigt: Salvador Dali’s Laguna Maravilla (2010) en – never heard of – Calé Fragranze d’Autore Roboris (2011).
Hij heeft twee ‘oudjes’ mee naar zijn nieuwe huis genomen: Wood & Absinth en Black Angel, en drie toegevoegd: Sleeping with Ghosts, Sexual Healing en Devil in Disguise. Wat maakt zijn geuren anders, qua inspiratie dan? Buxton laat zich leiden door persoonlijke herinneringen waar hij altijd nog steeds met veel plezier aan terugdenkt en hem ‘als mens’ verrijkt hebben. Wat maakt ze anders, qua inhoud dan? ‘Velen verwachtten van mij dat ik de grenzen opzoekt, olfactorische wonders creëer’. Not echt dus. Want: hij vindt wel dat zijn geuren verkocht moeten worden, de ‘gevoelige’ niche-klant niet aan het schrikken moet maken. Dat doet de presentatie in ieder geval niet: kloeke flacons die het niet in de verfijning zoeken.
Op de een of andere manier doet het me denken aan de Australische school (die niet echt bestaat), maar daar heb ik veel gezien en vandaan zien komen dat je kunt typeren als ‘easy design’. De geuren hebben allemaal ook iets easy. Wil zeggen: de toch wel uitgesproken formules worden gelayerd met een toets waardoor ze begrijpbaar worden – noem het draagbaar. Geen haute couture (zoals By Kilian en Mona di Orio’s presentatie van Oud uit 2011), geen couture (zoals Montale en Frédéric Malle) maar luxe prêt-a-porter in de lijn van Etat Libre Orange en Juliette has a Gun. Maar toch: ik ben ook benieuwd naar ‘moeilijker’ versies van zijn geuren, want bij sommigen zou je dieper op de materie willen ingaan, ervaren hoe je op zijn extreemst deze, deze toch andere geuren kunt ervaren.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Het idee voor Wood & Absinth ontstond bij hem toen hij op een avond met een goede vriend absint aan het drinken was – de echte… ? En dat levert een interessante geur op die anders fris opent door citroen en sinaasappel te koppelen aan salie en anijs waardoor de citrusvruchten een zoetige en aardsgroene onderlaag krijgen. Via een bloemig spoor van jasmijn en rozenhout in het hart (die garandeert dat het ‘hout’ in de basis een zachte toon houdt) ruik je in de basis de essentie van Wood & Absinth: een blend van alsem (artemisia absinthium op de foto), een van de basisingrediënten van absint, met vetiver.
De eerste is bitter, mentholachtig, groen en aards (en minder zoet volgens Buxton dan bijvoet – artemisia vulgaris die uit dezelfde plantenfamilie stamt) en harmonieert mooi met het fris-droge vetiver.
Het eindeffect: een luchtige houtgeur die toch beklijft met een friszoete en toch bittergroene onderlaag. Merkwaardig: de geur heeft ook een soapy effect en doet door zo’n anders groen ook af en toe denken aan pot en hash.
RUIK & VERGELIJK
Heel wat arty-farty types dronken zich eind 19de eeuw bijna scheel en soms dood met absint. Ontwikkeld door Henri-Louis Pernod (van het gelijknamige aperitief) in 1805 op basis van anijs, venkel, melisse, kruiden en (de veronderstelde boosdoener) alsem. Sommigen gingen na overmatige cosumptie zo erg door het lint – zou door thujon komen dat in alsem zit en een veronderstelde hallucinerende werking heeft – dat het werd verboden. Sinds een aantal jaren is ‘de groene fee’ weer vrijgegeven. En inspireert nu vooral parfumeurs. Onbekend is of die inspiratie is ontstaan door het nuttigen van absint.
By Kilian A Taste of Heaven (2007)
Nasomato Absinth (2007)
Opus Oils Jitterbug Perfume Parlour Asintheo (2008)
Christian Lacroix Absinthe (2009)
Amouage Memoir Man (2010)

