LE SABLE CHAUD SOUS MES PIEDS
Jaar van lancering: 1985
Laatst aangepast: 20/05/12
Neus: Annick Goutal
Soms zijn geuren zo vanzelfsprekend – staan gewoon op je badkamerplankje – dat je vergeet ze te beschrijven. Zoals Sables. Wat een verschil met de eerste drie die Annick Goutal maakt voor de man: Eau de Monsieur (1981), Eau de Lavande (1981) en Vetiver (1985). Deze zijn niet echt spectaculair. Wel: zeer klassiek en gracieus. Met nummer vier slaat ze in andere weg in. Met Sables interpreteert ze het niche-concept anders: met nieuwe ingrediënten nieuwe geurervaringen creëren. Ze komt op het idee voor Sables tijdens een bezoek aan Île de Ré voor de Atlantische kust van Frankrijk. Hierdoor ontdekt Goutal de zoete, bijna gourmandsensatie van strobloem (foto) groeiend langs de kust en daardoor omringd met een ziltige toets. Ze is direct enthousiast. Haar man ook, cellist Alain Meunier, aan wie ze de geur opdraagt. De verbazing bij de lancering is groot. Oriëntaals, maar niet zoals de man met smaak gewend is – denk Habit Rouge (1965) van Guerlain. Sables is warmer, voller, zoeter en toch ook aardser en droger. Kortom vernieuwend. Langzaam, maar gestaag stijgt de populariteit. Inmiddels geldt Sables als een klassieker die veel invloed heeft gehad. Alleen járen later.
Pas vanaf het nieuwe millennium maakt de strobloem zijn opwachting in geuren en is inmiddels – zoals dat heet – niet meer weg te denken. En dan de naam. Zeker voor toen anders en dus nieuwsgierigmakend en tot de verbeelding sprekend. Met een beetje fantasie voel je bij het ruiken van Sables de onverdraaglijke hitte van zand op een zonovergoten strand onder je voeten. Je hinktstaptspringt snel richting zee op zoek naar verkoeling. Om daarna toch weer die ‘best wel’ prettige kwelling te ondergaan.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Zo omschrijft http://www.annickgoutal.nl de geur: ‘Warm en sensueel, geschikt voor mannen die houden van een oriëntaals en kruidig aroma met een fluweelzachte ondertoon’. Klopt. Als je ooit aan gedroogde strobloem (helichrysum italicum) hebt geroken, dan weet je hoe intens de geur is en blijft: een bombardement aan zoete, likeur- en balsemachtige akkoorden: warm, gesmolten vanille, geblakerd caramel, balsamico en drop gecombineerd met een licht-groenige anijstoon.
Zo complex dat je eigenlijk weinig meer nodig hebt. Heeft Annick Goutal ook niet. Geen frisse opening, je wordt direct de smeulende diepte ingegooid. Ze voegt slechts aan de strobloem (foto) toe: Indonesische peper (die een soort van droogte aan de compositie geeft), sandelhout (idem), vanille (foto) en een ambernuance van benzoïne. Mooi is ook het ‘droog-zoete’ kaneel ter versterking van de ‘zoet-houtige’ noot van het geheel. En ook ruik je door dit alles een licht-ziltige noot. Ik weet niet of die in deze strobloem-essence zit of als extra werd toegevoegd.
RUIK & VERGELIJK
Hoe anders lekker zwoel de strobloem is, ruik je ook in:
Lolita Lempicka L (2006)
L’Atelier Bohème Immortelle pour Femme (onbekend)
Histoires de Parfums Trilogie Tubéreuse Tubéreuse Animale (2010)

