EEN ‘STOER’ PARFUM VOOR ELEGANTE VROUWEN
Jaar van lancering: 1963/2011
Laatst bijgewerkt: 19/03/12
Neus: Paul Vacher/François Demachy
Vintage-illustraties: René Gruau
Wat ben ik blij! En ik niet alleen! Diorling is ook in Les Créations de Monsieur Dior opgenomen! En Diorama (1949) eveneens – recensie volgt snel! Kunnen fijnproevers nu ook de geur ervaren – zij het in een licht aangepaste vorm – die in de loop der jaren tot bijna mythische proporties is uitgegroeid.
Dat heeft voornamelijk met de inhoud te maken: Diorling bevat(te) een overvolle leernoot zo mooi geconfectioneerd die volgens heel veel fans en kenners nooit meer is geëvenaard.
Hierbij dient wel een kanttekening te worden gemaakt: leer voor de vrouw is bijzonder, want dit animale en ‘wilde’ ingrediënt wordt (buiten nichekringen) voornamelijk geassocieerd met mannen. Interessant: Diorling is een Franse interpretatie van Engelse verfijning in een parfumflacon.
Wat je je hierbij moet voorstellen: ouderwetse, verdwenen country chic. De wereld van plattelandsadel die zich amuseert met vossenjachten. Denk aan de zwart-wit verfilmingen van Agatha Christie’s ‘whoduntits’ met Margareth Rutherford in de rol van Miss Marple uit die periode. Vandaar de ‘franglais’-naam. En Diorling was ook nog eens de naam van een semi-couturelijn van Dior speciaal gemaakt voor de Engelse markt.
De geur – olfactorisch omschreven als een leerachtige chypre – werd gemaakt door Paul Vacher (ook de neus van Miss Dior uit 1947). Het verhaal gaat dat hij zich hierbij liet inspireren door drie geuren: Maja van Myrurgia (1918), Tabu van Dana (1932) en Ma Griffe van Carven (1946), en dat hij voor de ontwikkeling van het parfumextract de hulp inriep van Edmond Roudnitska die voor Dior ook Eau Fraîche (1953), Diorissimo (1957), Eau Sauvage (1966) en Diorella (1973) creëerde.
Om de geur beter te begrijpen, moet je hem in de tijd plaatsen. Begin jaren zestig was de Parijse couturewereld nog een gesloten wereld. Een behaaglijke, extreem luxe-omgeving onder een stolp die nog geen weet had, of weet wou hebben van de veranderingen die overal in de westerse wereld in de lucht hing: de opkomende jeugdcultuur en de zich ontwikkelende hippie-beweging uiteindelijk exploderend tijdens ‘het jaar van de revolutie’: 1968.
En de meeste haute couture-klanten en/of ambassadrices van Dior in die tijd waren, zoals nu, geen jonge getalenteerde Hollywood-actrices maar vrouwen die ‘van huis uit’ geld in overvloed hadden of beroemde ‘femmes fatales d’un certain age’.
Het beste voorbeeld: Marlene Dietrich. In de jaren zestig droeg zij voornamelijk haute couture ‘signé’ Dior. Op youtube circuleerde ooit een filmpje waarin te zien was hoe de op dat moment ‘mooiste oma van de wereld’ in – dat is toevallig! – 1963 in haar Rolls Royce met chauffeur een bezoek brengt aan Diors hoofdkantoor aan de avenue Montaigne in Parijs. Trouwens om haar te eren, verscheen ‘ze’ naast ‘Marilyn Monroe’ en ‘Grace Kelly’ in de meest recente promotieclip van het parfum J’adore (1999)
Waarmee kun je Diorling vergelijken? Voor mij met uiterst dunne, lange handschoenen gemaakt van het fijnste leer (suède dus) die Christian Dior zelf ook zijn modellen liet dragen ter vervolmaking van het silhouet. Diorling is een erg ‘intieme’ geur omdat de leernoot als het ware versmelt met de huid. En het is geen leernoot die schreeuwt. Het is subtiel, toch onmisbaar die de bloemen hierdoor een ‘stoer-verfijnde’ onderlaag geeft. Grappig om te lezen is dat veel parfumpuristen de nieuwe versie, gemaakt door François Demachy, te tam vinden. Ik moet bekennen dat ik de vintage-versie nooit heb geroken, maar het lijkt me sterk dat deze Diorling overliep van het leer… want Dior was in die jaren zéér ladylike.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Het kan niet anders zijn dan dat de originele versie (zoals met zoveel herlanceringen van klassiekers het geval is) rijker en voller rook, gezien de inhoudslijst: hyacint, bergamot (opening), iris, jasmijn, roos, lelietje-van-dalen (hart), vetiver, musk, patchoeli, eikenmos, leer (basis).
En ik kan bijna niet geloven dat François Demachy voor de nieuwe interpretatie slechts bergamot, jasmijn, patchoeli en leer heeft gebruikt. Want ik ruik – of is dit een wishful thinking? – zoveel meer.
Zoals in de opening ook een lichte aldehyde- en oranjebloesemnoot die de geur in eerste een zeepachtige toets geven. Zoals in het hart ook een lichte iris-noot, die een elegante, poederige ondertoon garandeert.
Wel mooi: Demachy respecteert het klassieke uitgangspunt van een chypre. Dat wil zeggen: hij linkt bergamot aan patchoeli. Het effect: de leer in de basis krijgt hierdoor een lichtgroene, mossige ondertoon, maar niet zo intens als in de originele Miss Dior.
Waar ik nog alleen op hoop: een eau de parfum-versie van Diorling. Waarom? Om nog beter te ervaren hoe geuren aan het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw echt roken.
RUIK & VERGELIJK
Diorling volgt, los van de bovengenoemde inspiratiebronnen, een andere lijn. Van de vooroorlogse leergeuren voor de vrouw die langzaam transformeerden tot parfums waarin het chypre-akkoord tot een maximum werd opgevoerd zonder het animale karakter (opgeroepen door een leerakkoord en ‘echte’ dierlijke ingrediënten) te verloochenen:
Chanel Cuir de Russie (1924)
Lanvin Rumeur (1934)
Robert Piguet Bandit (1944)
Balmain Jolie Madame (1953)
Grès Cabochard (1959)

