ZO KAN VETIVER DUS OOK RUIKEN
Jaar van lancering: 2007
Laatst aangepast: 28/01/11
Neus: Alessandro Gualtieri
Artistic direction: Alessandro Gualtieri
Ik dacht, wat komt die naam me toch bekend voor, Alessandro Gualtieri. Wat blijkt: hij is dus ook de neus van Para Diso (2010) van Emio Greco PC. Ja, het klopt, ik had Nasomatto al veel eerder moeten bespreken, zeker omdat de Italiaan een Nederlandse link heeft (hij woont en werkt in Amsterdam).
Ik ontdekte dit chic klinkende nichehuis – naam eigenlijk een beetje flauw; Nasamotto betekent ‘gestoorde neus’ – drie jaar geleden in San Francisco op de nicheafdeling van Neiman & Marcus. Daarvoor moest je wel de kelder in en het arrogante personeel voor lief nemen. Deed ik, want ik werd aangetrokken door de presentatie: anders door de echte houten doppen. En wat ook opviel: de geuren. Zeer geprononceerd, zeer animaal, zeer lang aanwezig, uiterst niche dus.
Alessandro Gualtieri (foto) is in de parfumwereld bekend door de geuren die hij maakte voor Romeo Gigli (Romeo Gigli per Uomo uit 1990), Valentino (Vendetta uit 1991), Versace (Versus uit 1992), Trussardi (Donna uit 1993) en Diesel (Plus Plus uit 1997 en Zero Plus uit 1999). En zoals zoveel neuzen, kreeg hij genoeg van de mass market- en fast forward-kijk op de business en richtte zijn eigen huis op.
Leuk zijn samenwerking met Nederlanders: in 1997 maakte hij Luctor et Emergo voor The People of the Labyrinths – door modesite Style.com uitverkoren tot een van de vijf beste cultgeuren ooit. In 2005 stelde hij voor kunstenaar Birthe Leemeijer L’Essence de Mastenbroek samen (alle aroma’s van de boerenpolder verzamelt in een geur) en in 2006 Orson+Bodil, voor het gelijknamige modemerk van Alexander van Slobbe.
Uit het kwintet dat hij in 2007 onder eigen naam lanceerde, spreekt mij Absinth (in eerste instantie) het meest tot de verbeelding. Qua naam dan. Heb ik dus in Amerika het eerst aan geroken. En doe het nu weer. Want absint wordt sinds kort meer en meer in niche-geuren verwerkt. Of het idee. Gualtieri kwam op het idee toen hij een keer op een absint-feestje kwam. Wat de echte uitwerking op echt absint is: daar gaan de wildste verhalen over rond. Lees: A Taste of Heaven van By Kilian.
En Gualtieri moet ook onder de indruk van het effect zijn geweest, want Absinth heeft als doel ‘een aanval van hysterie uit te lokken dat leidt tot verantwoordelijk gedrag’. Dat valt wel mee, althans het is mij nog niet overkomen, wel weet ik dat de geur zeker iets met je doet. Zou dat komen omdat…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
… absint ondermeer wordt gemaakt van alsem, ook wel bekend als bijvoet. In dit kruid zit dus een goedje, genaamd thujon, dat verantwoordelijk schijnt te zijn voor het veronderstelde hallucinerende effect. Het scheidt ook een geur af. Omschreven als kamferachtig, bitter, zoet en kruidig.
Het is volgens mij de ‘missing link’ – die je direct bij het eerste opsnuiven ruikt – in Absinth die wordt gekenmerkt door een overdosis aan vetiver gecombineerd met een overdosis ‘gerookt’ wierook en verbrand hout. Machtig en machtig interessant deze geur.
Donker, groen, ‘zoutig’, omgeploegde aarde, gevallen boombladeren in de herfst, mos met toch een zacht-zoete finish. Vanille en leer? Doet me ook denken aan opgestapeld hooi in het weiland tijdens de herfst waaruit je rookpluimen omhoog ziet kringelen… iets wat in staat van ontbinding is.
Absinth is echt een geur die je als parfumingewijde ‘love to hate’. Veel te moeilijk voor de gemiddelde moeder- en vaderdag kopende consumenten. En dat is maar goed ook, want als iedereen deze geur zou dragen, dan verlang je weldra naar een uitweg, een plek waar je niets ruikt.
RUIK & VERGELIJK
In eerste instantie komen bij mij twee andere geuren in gedachten. De eerste is bijna even sensueel, de tweede meer ‘gefatsoeneerd’.
Serge Lutens Vetiver Oriental (2004)
Chanel Les Exclusifs Sycomore (2008)
