EEN NEO-CHYPRE ONDERGEDOMPELD IN ‘CASSIS’
Jaar van lancering: 2008
Laatst aangepast: 12/01/11
Neus: Céline Ellena (foto onderaan)
Artistic direction: Thierry de Bachmakov
Of ze echt bestaan heeft, daar zijn historici het nog steeds niet over eens: de koningin van Sheba. Over haar wordt geschreven in de Hebreeuwse bijbel, het Nieuwe Testament en de Koran. In het laatste heilige boek wordt ze Balkiss (of Balqis) genoemd. Eén historicus – Titus Flavius Josephus – weet haar bijna exacte geboortedatum: 5 januari 1000 v. Chr. Ze regeerde over Arabia Felix (het huidige Yemen) en zou eens met groot gevolg en met karrenvrachten vol geschenken naar koning Salomon van Israël zijn gereis om te luisteren naar zijn wijze woorden. De ene historicus zegt dat ze geliefden werden, anderen bestrijden het. Kortom, ze blijft in mysteriën gehuld, en dat verklaart waarom haar naam ook nu nog tot te verbeelding spreekt. En als je de naar haar vernoemde ouverture hoort van Georg Friedrich Handel, dan denk je bijna dat ze zowaar voorbij komt in haar grootse staatsie….
Want noem haar en het grote sprookjesboek opent zich vanzelf, ook in de wereld van geuren: ‘Er was eens een neus – Céline Ellena – die een chypre wou maken, alleen was ze een beetje ontrouw. Ze besloot namelijk om de traditionele eikenmosnoot in de basis – ook wel bekend als evernyl – te vervangen door het groen van viooltjesblad. Zouden de klanten het geloven en met Sublime Balkiss weglopen? Nou geurengoeroe wel, al was het alleen maar omdat Sublime Balkiss een zeer goed geslaagde exercitie is, want…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
… direct bij aanbrengen krijg je al een all over-impressie van een oude chypre (heel knap gedaan) om vervolgens een glimp op te vangen van de donkere en aardse patchoeli- en groen viooltjesblad-basis. En dan, heel merkwaardig, word je in Sublime Balkiss ondergedompeld in een bad van braam, zwarte (cassis) en blauwe bes. Zelfs paarse bes, maar die bestaan volgens mij niet. Jezus, wat lekker. Nog nooit zo rijk, nog nooit zo overvloedig bes geroken. Zoet, donker, beetje likeurachtig – crème de cassis.
En dit gaat heel mooi samen met de zoete centifoliaroos (rosa damascena). De bloemige frisheid van de sering neem ik lichtjes waar, maar die wordt – eerst – een beetje overschaduwd door de roos en later door de aardse noten van de basis, maar kun je na verloop van tijd toch duidelijk onderscheiden.
Céline zegt voor Sublime Balkiss twee soorten patchoeli te hebben gebruikt. De klassieke soort en een nieuw ‘uitgepuurde’ versie die een lichte cacoanoot zou hebben. En dat verklaart wellicht de zoetheid – ook in de afronding – die een beetje aan vanille doet denken.
Je ruikt allerlei herinneringen aan geuren: een beetje Angel van Mugler (1992) wat betreft de ‘cacoa-patchoeli’, een beetje Midnight Poison van Dior (2007) wat betreft de roos en patchoeli. Zelfs een beetje de geur waar voor het eerst de zwarte bes in zulke grote hoeveelheden werd gestopt: Hermès Amazone Eau de Fraîcheur (1996). Toch staat Sulbime Balkiss eigenzinnig op zichzelf. Volgens mij een nieuwe klassieker in wording.
RUIK & VERGELIJK
Dat Céline Ellena ‘stiekem’ geen eikenmos wou gebruiken voor een chypre, heeft te maken met het feit dat eikenmos nauwelijks nog gebruikt mag worden in geuren, vanwege kans op huidirritatie (1ml op de 100ml). En ze is niet de enige. Steeds meer huizen richten zich op de nieuwe chypre – ook wel roze/neo chypre genoemd – waarin de het eikenmos wordt vervangen door patchoeli, iris, vanille en harsen. Zoals recent:
Serge Lutens Chypre Rouge (2006)
Guerlain – Les Elixirs Charnels – Chypre Fatal (2008)
Lancôme Hypnôse Senses (2009)

