EEN KLASSIEK MID-PRICE-PARFUMMETJE
OFWEL: HET SPAANSE SCHOONHEIDSIDEAAL GEVAT IN EEN GEUR
Jaar van lancering: 1918
Laatst bijgewerkt: 26/04/12
Neus: onbekend
Model: Tórtola Valencia en anderen
Art director: onder meer Esteban Monegal
Flaconontwerp: Myrurgia
Maja is sinds de lancering steeds meer geassocieerd met zeep – het was jarenlang een moederdagcadeau voor kinderen met een beperkt budget – dan het oorspronkelijke parfum uit 1918. De naam is niet alleen afgeleid van het Spaanse woord ‘may’ – de maand mei – maar ook van de ravenzwarte gecoiffuurde senora’s met donkere ogen en licht getinte huid die in de 17de eeuw door Spaanse marktkooplieden Majas werden genoemd.
En het is ook nog eens de titel van een van ’s werelds beroemdste schilderijen van de Spaanse schilder Francisco de Goya (1746-1828). Samen vertegenwoordigde ze met de meer fatale Carmen – naar wie nooit een ‘serieuze’ geur maar wel een krulset werd genoemd – het Spaanse schoonheidsideaal: zelfverzekerd, elegant en sensueel-gevaarlijk met haar waaier (waarmee ze kan meppen) en mantilla (waarin je als senor verstrikt kunt raken).
De oorspronkelijke Maja van het parfum werd bedacht door de oprichter van het cosmeticahuis toen hij een optreden zag van de danseres Tórtola Valencia – in haar gloriedagen muze van schilders, filosofen en beeldhouwers van Spaanse komaf. Ze paste in het beeld dat hij had van een parfum met een duidelijk Spaanse uitstraling om hiermee nieuwe markten te veroveren. Hij vroeg de gebroeders Porta een tekening van haar te maken. Het resultaat sierde de jarenlang de verpakkingen van het parfum (en natuurlijk de zeep). Het succes van Maja was ongekend. En het grappige is dat Tórtola Valencia afgebeeld met waaier eigenlijk als eerste ambassadrice van een parfum geldt.
Die vervolgens werd ingewisseld door andere geschilderde schonen. Eerst was het art deco-schilder Eduard Jener i Casellas (1882-1967), later Julio Moisés (1888-1968) en nog later – in de jaren vijftig en daarna – door kunstenaars die gezien het povere resultaat terecht ‘anoniem wensen te blijven’. Ook opvallend: na elke operatie oogt ze nog jonger en nog moderner. Maar Maja blijft altijd gekleed in de drie traditionele kleuren van Spanje: rood (symbool voor bloed en passie), zwart (symbool voor rouw en Spaanse trots) en goud (symbool voor de Spaanse zon). Maar wereldwijd werd in bijna elk continent in de jaren dertig en veertig gezocht naar een lokale Maja die het idee van een Spaanse schoonheid volgens de aldaar heersende smaak en esthetiek het beste wist te vertolken, zoals Doña Socorro Rodriguez y Callo op de Philippijnen in 1932 (zie foto).
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ik heb onlangs tweede oude mega-flaconnen van Maja voor de helft nog gevuld gevonden op een rommelmarkt. Kopen dus. Ruiken door de muffigheid heen nog steeds heel aangenaam. Sterker, zo heftig ruiken geuren tegenwoordig nog maar zelden. Zou dat komen omdat de musk hier nog de echte, natuurlijke is.
Wat vooral opvalt is de donkere kruidigheid van kruidnagel en nootmuskaat waarmee de bloemen in het hart – een ‘zonnig Spaans boeket’ van roos, jasmijn, anjer en geranium – zijn omringd. Laatste twee staan trouwens bekend om hun kruidigheid en ‘scherpte’. De chypre-touch is klassiek: patchoeli en eikenmos, verzacht door vanille, ‘vergroend’ door vetiver. Afgerond met een musknoot.
En net zoals met zoveel klassieke chypres is de huidige versie niet meer zo krachtig en duidelijk in zijn donkere intenties. Eerder zwak en zepig, net zoals het laatste model – kan helaas de foto niet meer vinden – dat de geur aanprijst sinds het midden van jaren negentig: ontstijgt de advertentie van de lokale drogist niet.
RUIK & VERGELIJK
Samen met onderstaande geuren is Maja één van de eerste mid-price geuren die met een upperchic imago werden geëtaleerd. En: ze worden ‘in afgeslankte vorm’ nog steeds geproduceerd.
Müelhens Tosca (1921)
Bourjois Soir de Paris (1929)
Dana Tabu (1932)
