EEN STILLE VERSLAVING
Jaar van lancering: 2008
Laatst aangepast: 11/10/09
Neus: Maurice Roucel
Hoofddoel van Editions de Parfums: neuzen in staat stellen de geur van hun droom te realiseren (zonder aan kosten en marketing te denken) die ze bij hun andere opdrachtgevers – ‘de grote jongens uit de industrie’ – niet krijgen. Ook belangrijk voor Frédéric Malle, de bedenker van deze ‘uitgeverij’: het terugbrengen van luxe in de parfumerie waarmee de consument kennismaakt met originele en compromisloze parfums.
We kunnen zeggen: operatie geslaagd. Sterker, Malle’s visie werkt aanstekelijk. Het ene na het andere nichehuis opent na hem zijn deuren en bij ‘de grote jongens uit de industrie’ drong het besef weer door dat, mits goed en met liefde en ware creativiteit uitgevoerd, je parfumcreatie als een kunstvorm kunt beschouwen.
Of dat nu ook het geval met Dans tes Bras is? Ik weet het niet. Gemaakt door Maurice Roucel die al een van de meest eigenzinnige en uitgesproken geuren voor Frédéric Malle samenstelde: Musc Ravageur (2000). De verwachtingen waren dus hoog gespannen en die zijn bij mij na een jaar af en toe proberen nog steeds niet ingelost. Komt waarschijnlijk omdat ik bij de prachtige naam – dat daar niemand eerder op gekomen is – een andere geur voorstel.
Het idee: in plaats van extraverte sensualiteit (zoals in Musc Ravageur) dit keer ‘introverte’ sensualiteit. Vertaald in een intieme geur als ‘een spoor van een geliefde, iets wat je altijd wilt behouden, een understated parfum, een stille verslaving’. Anders gezegd: de geur van de huid van je geliefde. Combineer dit verlangen met de gedeelde interesse van Malle en Roucel in het overdoseren van een bepaald ingrediënt, vaak het geheim van een succesvolle geur.
Voor Dans tes Bras werd dat cashmeran. Een door IFF (grote geurenproducent) bedacht synthetisch component dat eigenlijk een parfum op zichzelf is. Rondom een hoofdakkoord van ambergris, musk, patchoelie en mos bloeien jasmijn en heliotroop ondersteund door een vanilletoets. Het effect: ‘vloeibaar’ en sensueel kasjmier dat een gevoel van luxe en welbehagen verspreidt. Vandaar de naam.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Je duikt in de armen van je geliefde die net Dans tes Bras heeft opgespoten en je ontwaart eerst een zweem van bergamot, kruidnagel en jasmijn. En dan lezen we in het persbericht: ‘Als een beeldhouwer begon Roucel vanuit het niets met flinke porties cashmeran, sandelhout, musk en patchoeli’ om de diepe en langhoudende geur van een warme huid met haar zoute zweem en intimiteit te vangen.
Om deze ‘huidgeur’ te versterken werd salicylate – een zoutmolecule verkregen uit wintergreen – en amber toegevoegd. Ter afsluiting een paar druppels heliotroop (foto). ‘Na dit ruwe beeld volgde het polijsten van de creatie. Ieder ingrediënt werd opnieuw beoordeeld en aangepast voor een homogeen geheel’.
Op het laatst werd kleur en ‘diffusie’ toegevoegd met een viooltje-akkoord. Door deze verfijning werd de geur ‘naar een subliem eindresultaat getild’. En dan… bij mij geschiedt het wonder niet. Wat ik ruik en blijf ruiken is niet zozeer intimiteit maar een fris- en schoongeboende huid. Frisse, schone lakens waar de zon overheen heeft geschenen.
Warm, beetje zwoel, zijden lakens. Wat ontbreekt is dat kleine beetje zweet, zout en erotiek dat een parfum zo mooi kan versterken. Een bed met lakens ‘van een week oud’.
RUIK & VERGELIJK
Maurice Roucel… die kan het wel. Niet alleen voor Frédéric Malle, maar ook voor:
Serge Lutens Silver Iris Mist (1994)
Rochas Tocade (1994)
Guerlain L’Instant de Guerlain (2004)
Lolita Lempicka L (2006)
Le Labo Le Jasmin 17 (2006)

