SYMBOOL VAN VROUWELIJKHEID EN TIJDLOZE ELEGANTIE
Jaar van lancering: 1986
Laatst bijgewerkt: 01/10/09
Neus: onbekend
Wat is er zo bijzonder aan de couturier Jean Louis Scherrer? Nou, dat is eigenlijk heel vreemd. Namelijk: hij – geboortejaar 1935 – en voormalig balletdanser (en assistent van Christian Dior en Yves Saint Laurent) was niet zo bijzonder als couturier die in 1962 aan de rue Faubourg Saint Honoré 182 begon en in 1971 verhuisde naar een plek meer passend bij zijn uitstraling: Avenue Montaigne nr 51 – lange tijd het episch centrum van de Parijse haute couture. Hij volgde zijn hele carrière getrouw wat zijn grote collega’s een aantal jaren al eerder hadden gedaan. Maar dan wel perfect en ontdaan van overdrijving. Dat wil zeggen: hij stelde voor de klassieke vrouw met heel veel geld, een klassieke garderobe samen die comfort boven alles stelde en daarnaast af en toe in een avondjurk wou schitteren – zij het beschaafd – met veel strikken, zijde en borduurwerk. Niet voor niets werd Scherrer zo gewaardeerd door belangrijke ambassadeurs- en presidentsvrouwen.
Denk aan het formaat van former first lady Nancy Reagan en former beautyicon Jacqueline de Ribes en je ziet de essentie van Scherrer voor je. Hetzelfde kun je van zijn geuren zeggen. Niet revolutionair, wel lekker! Zijn eerste, Scherrer uit 1979, kun je zien als een ode op het chypreconcept. Scherrer II brengt hommage aan het klassieke bloemen-aldehydenparfum. In mooie flacons verpakt by the way.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Wordt op de site van het huis (waar Scherrer sinds 1992 geen deel meer van uitmaakt) in het Engels omschreven als een ‘astounding classic, rich, invaluable, sophisticated and eminently feminin’. Behalve ‘astounding’ en ‘invaluable’ kan ik me ook me bij deze bewieroking aansluiten. Deze ‘semi-oriental’ met aldehyden valt op doordat de klassiek citrusfrisse opening bijna ontbreekt en de ingrediënten, normaliter gebruikt voor de basis, zich in het hart bevinden.
De opening: één en al klassieke bloemenpracht afgezien van de lichte mandarijntinteling: zoete roos, helder jasmijn, nog zoeter viooltje en angelica-zaad (goed voor een gourmand-zoet effect). Het hart: ceder- en sandelhout, kaneel, vetiver. Voor het groene effect munt. De basis is ook aangenaam klassiek. Diep en donker door patchoeli, balsemachtig door opoponax, dierlijk door musk en civet (tekening).
Eindindruk: de onbekende neus (misschien daarom?) heeft zich laten inspireren door het beroemdste parfum en beroemdste aldehydenparfum aller tijden: N° 5 van Chanel is alleen wat meer de diepte ingegaan. Niets mis mee: want hoe heet het ook al weer… beter goed gekopieerd dan…
RUIK & VERGELIJK
Aldehyden zijn een uit alcohol en plantenmaterialen verkregen synthetische ingrediënten die midden jaren twintig van de vorige eeuw werden ontwikkeld. Zijn tot die tijd de meeste parfums vooral gebaseerd op diverse soorten bloemen, met behulp van aldehyden kan een neus een parfum als een harmonieus concept creëren gebaseerd op ‘noten’ niet afkomstig uit de natuur.
Ze zijn zo geliefd omdat ze een extra dimensie – een muskachtige, poederachtige basis, ook wel omschreven als ‘vet’ en talkachtig – aan geuren geven en ingrediënten kunnen versterken en verrijken. Andere geuren op basis van het aldehydenconcept zijn:
Klassiek:
Chanel N°5 (1921)
Lanvin Arpège (1927)
Guerlain Vega (1936)
Lancôme Clîmat (1967)
Caron Nocturnes (1980)
Nieuw:
Agent Provocateur Maîtresse (2006)
Thierry Mugler – Miroir Miroir – Miroir des Secrets (2008)

