VOOR DE MODERNE ASSEPOESTER OP ZOEK NAAR EEN WARME ROZENGEUR
Jaar van lancering: 2007
Neus: François Demachy
Fotograaf: Solve Sundsbo
Model: Eva Green
Art director: John Galliano
Regisseur: Wong Kar-Wai
Haar gratie is niet zonder mysterie. Haar schoonheid niet zonder gevaar. Haar vrouwelijkheid niet zonder passie. Zo ziet John Galliano de moderne incarnatie van Assepoester en hij vond haar in ‘levende lijve’ in actrice Eva Green. En in de rol van Assepoester weet ze dat om middernacht alles mogelijk is, maar ook dat om middernacht alles begint. En denk nou niet: ‘Jezus, wat een clichés!’, want deze Dior-cinder-ella is verwijderd van alle stereotypen van romantiek en dagdromen van kleine meisjes. Daarvoor is ze te eigengereid. Ze wacht niet af, maar neemt zelf het initiatief – over cliché’s gesproken. En dat resulteert in een duizelingwekkend gefilmd miniverhaal waarin we Assepoester niet wacht op een koets in de vorm van een pompoen – boring. Nee, ze neemt gewoon de metro. Maar dan wel in groot ornaat – Galliano toverde uit zijn hoed een couturejurk bezaaid met middernachtelijke sterren.
En ze is ook niet bang voor de klok. Nee, om twaalf uur begint het feest pas, weet ze. Ze wil de opera eens flink op z’n kop te zetten. Die ‘zweeft’ ze binnen – verrassend gadegeslagen door bezoekers – bestormt vervolgens als een wervelwind de statige en sierlijke trappen, en dan, net voor de klok twaalf uur slaat (als Cinderella uit het sprookje al weer de biezen heeft gepakt), pakt deze nieuwe versie een touw en zweeft als een ster door het gewelf.
Het publiek is vanzelfsprekend dolenthousiast over de ‘entreacte’ van deze betoverende, verwarrende en verleidelijke verschijning die volgens Dior een nieuwe vorm van vrouwelijkheid belichaamt die zich zelf keer op keer opnieuw uitvindt. Midnight Poison wil als geur hetzelfde gevoel overbrengen: een verwarrend spoor van geurnoten dat mensen niet onberoerd laat.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Net zoals Assepoester, symboliseert de geur een droom die voorbijsnelt. Toch laat het een intens spoor na van ‘een fascinerende draagster waarvan je niet weet waar ze vandaan komt en waar ze naar toe gaat’. Wat wel duidelijk is: Midnight Poison is een donker, warm en vol parfum – door François Demachy geconcipieerd als een zwarte roos – dat nadat de klok twaalf keer heeft geslagen direct tot leven komt. Met andere woorden: je komt direct in het hart van het parfum terecht.
De aankondiging gaat snel. De opening van bergamot en mandarijn is als een windvlaag: op het moment dat je de frisse noten waarneemt zijn ze weer verdwenen. Want de roos in het hart openbaart zich manifest en wint aan intensiteit door de volle basis van amber (in dit geval ambrox een synthetische kopie van ambergris), vanille en patchoeli – het laatste zorgt er volgens Demachy dat de roos een bijna animale toets krijgt.
Eigenlijk is Midnight Poison een ‘clear cut’-parfum door zijn beperkt aantal ingrediënten die allemaal herkenbaar zijn: roos, amber, patchoeli. Met andere woorden: de geur doet niet ‘moeilijk’: wat je ruikt is wat je krijgt.
Wil je Midnight Poison geraffineerder ondergaan, ruik dan aan het parfumextract. Voor de zachtheid en extra laag zijn tonkaboon – ‘met zijn houterige en rokerige facetten verlengt het de onontbeerlijke sensualiteit van het vanille-absolu’ – en cistus labdanum dat ‘de warmte en kracht van de ambernoot onderstreept’ – toegevoegd. En in 2008 zag Midnight Poison Elixir het licht. Hier wordt de basis intens verrijkt met caramel- en fruittonen gehuld in een wolk van vanille.
RUIK & VERGELIJK
Er zijn mensen die Midnight Poison in dezelfde categorie als Angel van Thierry Mugler plaatsen door zijn ‘overdosis’ aan patchoeli in combinatie met ‘zoet’. Dat is niet goed geplaatst. Angel heeft ook nog die overheersende gourmandnoot die in Midnight Poison ontbreekt. Het grootste verschil: in Angel ruik je geen roos! Nee, wil je Midnight Poison met een Muglerparfum vergelijken, pak dan een Rose Angel en je zult verbaasd zijn over de overeenkomsten.
Thierry Mugler Angel (1992)
Thierry Mugler – A Garden of Angels – Rose Angel (2006)
