HEEL VEEL MENSEN HEBBEN NARE HERINNERINGEN AAN PATCHOELI. DOET ZE DENKEN AAN DE JAREN ZESTIG EN ZEVENTIG TOEN VOORAL HIPPIES ZICH HIERMEE OVERDADIG BESPRENKELDEN. HET MAAKT NU NAAST AMBER EEN COMEBACK IN PRESTIGEPARFUMS, HETZIJ IN ‘GEZUIVERDE VORM’.
Relatief nieuw
Patchoeli werd in de negentiende eeuw in Europa ontdekt als parfumingrediënt. Volgens Serge Lutens pas in 1834. Hij noemde er een geur naar, Bornéo 1834, en die ruikt naar… Koningin Victoria (1837-1901) zette hierbij de toon: haar uit India (toen een kolonie van Engeland) stammende grande foulards van kasjmier (bij ons bekend als worteldoeken) waren besprenkeld met deze indringende houtachtige geur met zoete en kruidige ondertoon. Het was niet alleen vanwege de geur; het hield ook de motten op afstand.
Oorsprong
Patchoeli is een van de krachtigst ruikende plantensoorten. De geur wordt uit kleine struiken verkregen die in Azië voornamelijk in Indonesië en China en op de Filipijnen en Madagaskar worden geteeld. Het is daar ook geliefd als geneesmiddel: het helpt tegen allerlei huidaandoeningen en is ook inzetbaar als temperaar van emotionele (zweet)aanvallen. Ook moeten de psychische voordelen niet onderschat worden: het zou angst en depressie verminderen. Daarnaast herontdekken wetenschappers dat patchoeli-olie ook de huidconditie verbetert.
Kruid
Het patchoeli-kruid behoort tot de lavendelachtigen waarvan de geur wordt onttrokken aan de bladeren. Na de pluk worden die gedroogd, gegist en daarna gedestilleerd. De eenmalige combinatie van kruiden en cederhout in deze olie rijpt met de jaren. In de jaren zeventig van de vorige eeuw toen patchoeli als hippy-ingrediënt werd ontdekt kreeg Europa en Amerika met een tweede, pure patchoeligolf te maken. Niet iedereen was hiervan gecharmeerd, waardoor dit parfumingrediënt met zijn hoog fixatief vermogen een tijdlang in de ban werd gedaan. Toch heeft eenderde van alle topparfums nog steeds patchoeli in de basis. En dat ruik je bijvoorbeeld goed in: Youth Dew van Estée Lauder (1953), Clinique Aromatics Elixir (1971) en Diors Dioressence (1978). Pure patchoeligeuren hebben het echter nog steeds moeilijk. Dat blijkt wel uit het geringe succes – maar daarom niet minder geliefd bij patchoeli-addicts – van Patchouli van Reminiscence uit 1970.
Man en patchoeli
Ook in veel mannengeuren is patchoeli een geliefd ingrediënt. En dan niet alleen ‘voor de fixatie’, maar puur om de geur. Het kruid ruik je goed in: Hermès’ Bel Ami (1986), Guerlains Héritage (1992), Basala van Shiseido (1993), Envy for Men (1998) en L’Instant de Guerlain pour Homme (2005).
Nieuwe kijk
Sinds het einde van de jaren negentig kijkt men weer anders tegen deze plant aan – zijn gloedvolle warmte wordt juist weer gewaardeerd – en worden er daarnaast allerlei manieren bedacht om de zware kant te onderdrukken, waardoor het warme aspect meer ruimte krijgt. Deze nieuwe vorm heet gezuiverde patchoeli (betreft vaak een synthetische variant) en ruik je in: Chanels Coco Mademoiselle (2001), Lancôme’s Attraction (2004), Prada Parfum (2004), London for Woman (2005) van Paul Smith en Viktor & Rolfs Flowerbomb (2005).
